
[Pitch in debat bij presentatie boek Ecomodernisme, Pakhuis de Zwijger, 2 mei 2017]
Stel nu eens je woont in Malawi, Afrika, een van de armste landen ter wereld. Malawi is een land dat ik goed ken, want ik woonde er meerdere keren.
Een van de vele problemen waar Malawi mee worstelt, is energie. Alle elektriciteit komt nu uit waterkracht en de centrales liggen in de enige grote rivier van het land, de Shire. Waterkracht voorziet rond de 8 procent van de bevolking van stroom. De overige 92 procent kookt op biomassa en in Malawi is dat hout.
Licht valt uit
De rijke 8 procent die wel stroom krijgt, ontvangt die overigens met doorlopende onderbrekingen. Want in de droge tijd daalt het water in de Shiri, dan stokken de turbines. In de regentijd sleurt de rivier zoveel bomen en takken mee, dat de turbines verstopt raken. Bij mij thuis gaan dan het licht en het laptop uit. Maar ook de universiteit, de ziekenhuizen en de weinige bedrijven in het land liggen dan stil. Elke vorm van economische ontwikkeling is daarmee uitgesloten. Welk bedrijf wil investeren in een land dat zelfs in de hoofdstad nog niet eens beschikt over een constante aanvoer van stroom?
Straatarm door gebrek aan energie
De arme 92 procent zit niet alleen 12 uur per dag in het donker. Door gebrek aan energie is zij ook straatarm. De gemiddelde Malawiaan verdient rond de 80 cent per dag. Wanneer een moeder, waarvan de baby trilt van malaria, naar een kliniek moet, is het goed denkbaar dat ook die geen stroom en daarmee geen microscoop of koelkast met medicijnen heeft. Van fatsoenlijke gezondheidszorg kan dus al evenmin sprake zijn.
Over gezondheid gesproken: dat negen op de tien Malawianen in hun energie voorzien door het verbranden van hout, veroorzaakt dodelijk longziekten. Want mensen zitten doorlopend in de rook. Wereldwijd sterven ook dit jaar meer dan vier miljoen armen aan aandoeningen, veroorzaakt door rook binnenshuis.
Ontbossing
Omdat iedereen op hout stookt, is ook de ontbossing in Malawi immens. Terwijl rijke landen als Nederland of Amerika al lang weer aan het herbebossen zijn, verloor Malawi jaarlijks 3 procent aan bos en daarmee aan biodiversiteit. Het land staat in de top 5 van de snelst ontbossende landen ter wereld. Bovendien verlies je met al die bomen een enorm absorptievermogen voor CO2.
Wat Malawi zou helpen om zowél uit die extreme armoede te ontsnappen als de bossen weer overeind te helpen, is heel veel, goedkope en zeer betrouwbare energie. ‘Duurzame energie’ uit zon heeft absoluut potentie. Maar daar heb je ’s nachts niets aan en ook niet in de regentijd wanneer maandenlang wolken boven het land hangen.
Meer ‘moderne’ energie
Daarom moet er voor de komende decennia ruimte blijven voor ‘moderne energie’, uit aardgas en steenkool tot kernenergie. In het nabije Mozambique is een enorme gasvoorraad gevonden, Malawi zélf heeft grote voorraden uranium en steenkool, die beide via dagbouw gewonnen kunnen worden. Enkele simpele gas of kolencentrales zouden het land snel van heel veel, goedkope en betrouwbare stroom kunnen voorzien.
Met een investering van paar miljard dollar zou dat al kunnen lukken. Dat geld heeft Malawi echter niet. En van grote ontwikkelingsorganisaties als de Wereldbank krijgt het dat ook niet, omdat zij alleen nog maar ‘duurzame ontwikkeling’ als water, zon en wind financieren.
Ik vind dat fout. Mijn stelling is dan ook:
in de allerarmste landen ter wereld moet het in de eerste plaats gaan om ontwikkeling en pas dán om duurzaamheid.
Zie hier mijn korte video’s uit Malawi over koken in de slum, recycling in de slum en bomen planten in de slum.
Dag Ralf. Heb net de diverse artikelen gelezen en me op de nieuwsbrief geabonneerd. Daar waar we over gepraat hebben, lees ik nu terig. Mooi.
Groet
Thérèse
klinkt vriendelijk maar je helpt mensen van de regen in de druk. zonne energie is zeker in afrika de goedkoopste vorm van energie.
voordeel 1: je hebt geen infrastructuur nodig. een paneel op je huis en kleine accu is genoeg. of een paar in een dorp of op het ziekenhuis
voordeel 2: het is lokaal. je hoeft geen geld te geven aan grote bedrijven die doorgaans in buitenlands handen zijn. je moet 1 keer de panelen kopen maar daarna ben je voor 30 jaar klaar (en soms gaan ze zelfs langer mee)
voordeel 3: er is geen vervuiling
voordeel 4: het is onmiddellijk klaar. kerncentrales kosten vaak 10 tot 20 jaar om te bouwen met moeilijke vergunningen.
voordeel 5: het kan bijna niet stuk en als het stuk is is dat maar 1 unit. een centrale kan door overstroming na hevige regenval bijvoorbeeld in zijn geheel uitvallen en dan moet er genoeg kapitaal zijn om hem te herstellen.
voordeel 6: het is goedkoop, stroom uit zonne energie is goedkoper dan die uit centrales zeker kerncentrales.
voordeel 7: je bent onafhankelijk. er hoeft geen kennis ingekocht te worden, geen afhankelijkheid van grote bedrijven er hoeft geen kolen/olie/gas ingevoerd te worden.
nadeel 1: het werkt niet 24*7. in zonnige landen is dit op te vangen met een kleine accu. in alle gevallen is het een stuk beter dan wat er nu is.
*regen in de drup 😉