We leven in Luilekkerland. Willen we dat blijven doen, dan moeten we de productie van ons voedsel verder loskoppelen van de natuur. [18 augustus 2018, Limburger, Nederlands Dagblad, Eindhovens Dagblad, Brabants Dagblad]
Bijna drie maanden stond Nederland droog. In sommige Afrikaanse landen lokt zo’n lange droogte een hongersnood uit. Bij ons zijn de pruimen kleiner en lopen boeren schade op. Maar van honger is geen sprake. Ook is er geen tekort aan schoon drinkwater.
Ooit was dat anders. Ook in Europa veroorzaakten hitte, droogte, stormen en overstromingen geregeld honger. Oude sprookjes over Luilekkerland, waar mensen gebraden ganzen in de mond vlogen en pannenkoeken aan bomen groeiden, laten zien hoe hongerige Europeanen hunkerden naar voldoende voedsel. In Nederland is Luilekkerland allang geen sprookje meer. In steeds grotere delen van de wereld leven we met meer dan voldoende gezond, betaalbaar en lekker voedsel.
Losgekoppeld
Dat we in deze extreme droogte geen boterham minder smeren, komt omdat we onze landbouw voor een belangrijk deel loskoppelden van de natuur. Wanneer het klimaat te weinig regen brengt, dan irrigeren we. Wanneer de natuur teveel water brengt, dan zorgen we voor drainage. Koude houden we tegen in broeikassen. Een gebrek aan voedingsstoffen vangen we op met kunstmest. Onkruid en ongedierte bestrijden we met gewasbeschermingsmiddelen. Want klimaatverandering of niet, voor de mens is het klimaat altijd een probleem. Altijd is het of te warm of te koud of te droog of te nat of te stormachtig.
Volgens experts kunnen we vaker lange periodes van droogte verwachten, zoals we ook mogen rekenen op lange periodes van zware regenval. Wanneer deze experts gelijk hebben en wanneer we in Luilekkerland willen blijven wonen, ja, wanneer we iedereen een leven in Luilekkerland gunnen, dan zullen we nieuwe stappen moeten zetten. Dan zullen we ons nog verder los moeten koppelen van de natuur.
Het is een gedachte die haaks staat op het modieuze idee dat we dichter, of zelfs in harmonie met de natuur moeten leven. Het is juist andersom. Hoe meer we onze voedselproductie losmaken van de grillen van het klimaat, hoe beter we het met zijn allen krijgen.
Verticaal landbouwen
Dat idee is bijvoorbeeld sterk doorgedrongen bij de ontwerpers van ‘verticale boerderijen’. Sinds enkele jaren worden deze high tech boerenbedrijven ingericht in wolkenkrabbers en voormalige fabriekshallen. Hier groeien kruiden, fruit en groente in grote lades op natte steenwol en onder ledlampjes. Er kunnen kippen worden gehouden of tilapia gekweekt, waarvan de uitwerpselen weer worden gebruikt om de groente van mest te voorzien.
‘Vertical Farms’ zijn volledig afgesloten van de buitenwereld. Anders dan in de vrije natuur heersen hier geen ‘seizoenen’ en kan dus 365 dagen per jaar worden geoogst. De opbrengst, afhankelijk van het gewas, is tussen de 10 tot 100 keer hoger dan in gewone boerderijen. Op termijn is het mogelijk om met één boerderijflat van zo’n 30 verdiepingen hoog rond de 50 duizend mensen te voeden. En wanneer je fors de hoogte in boert, dan blijft op de grond meer natuur over om in te wandelen en om van te genieten.
Stadsvoedsel
De meeste ideale plek voor een verticale boerderij is dan ook midden in de grote stad. De gebouwen zijn zo schoon dat je de groente meteen kunt eten. Want ze zijn niet alleen vrij van zand maar ook van landbouwgif. Zowel onkruid als insecten komen de gebouwen immers niet binnen. Sommige verticale boerderijen verkopen hun producten direct in een versmarkt op de begane grond. Anderen serveren ze in een restaurant op de bovenste verdieping.
De meeste verticale boerderijen staan op dit moment in Azië en de Verenigde Staten. Maar ze verrijzen ook in het koude Noorwegen, waar nu nog 70 procent van alle fruit en groenten moet worden geïmporteerd. Nederland kent een kleine boerderij in Amsterdam, terwijl een water grotere in Dronten wordt gebouwd.
Dubai
De grootste verticale boerderij van dit moment verrijst in Dubai, een van de kurkdroge Arabische emiraten. Het is een wolkenkrabberboerderij met een oppervlakte van omgerekend 8 voetbalvelden. Dagelijks zal het bedrijf 6000 kilo groente leveren voor vliegmaatschappij Emirates. Daarvoor heeft het maar liefst 99 procent minder water nodig dan een gewone boerderij. De blakerende zon in de Golf laat de groente niet verleppen. Want de toren is bekleed met zonnepanelen die het zonlicht omzetten in stroom voor ledlampjes die precies het licht afgeven dat de plantjes nodig hebben.
Het klimaat is ons nooit gunstig gezind. Het winterkoude Noorwegen en het brandend hete Dubai, weten het allang: hoe meer landbouw en natuur worden ontkoppeld, hoe beter het voor beiden is. De extreme droogte van afgelopen maanden leert ons dat ook wij die stap vooruit moeten zetten.
Ralf Bodelier leidt World’s Best News. Vorig jaar schreef hij met anderen het boek ‘Ecomodernisme. Het nieuwe denken over groen en groei’. Uitgeverij Nieuw Amsterdam.