Column, Tertium Science Cafe Tilburg, 30 Oktober 2012
Heeft onze inzet voor een bio-samenleving, die volledig bestaat uit duurzame consumptie en daarom vrijwel geen gebruik meer maakt van fossiele energie, wel kans van slagen?
Willen we dat wel, met zijn allen, zo’n duurzame economie in 2032? Ik bedoel niet, of u en ik dat willen, maar of de meerderheid van de Nederlandse bevolking dat wil. Misschien moet ik er aan herinneren dat de partij die het meest streed voor een duurzame samenleving, een groene economie, zowat op het punt staat te worden opgeheven. En dat de partij die het minst met vergroening heeft, de partij die zelfs niet op het idee kwam de Cavia-politie in te voeren, ook deze keer weer de premier levert.
Die voorkeur van de kiezer, die zie je terug in het beleid. De Nederlandse overheid stimuleert het gebruik van fossiele energie vier keer krachtiger als het gebruik van vernieuwbare energie.
Zo wordt het gebruik van fossiele brandstoffen vandaag met 5,8 miljard euro gesubsidieerd (denk aan belastingvrije kerosine en rode diesel) tegenover 1,5 miljard euro aan subsidie voor duurzame energie, (denk aan zonnepanelen en windmolens). Nee, op dit tempo hebben we in 2032 zelfs geen begin van een bio-economie.
Wie van u wel eens het Wereldpodium bezoekt, weet dat we daar erg onder de indruk zijn van wat er vandaag allemaal in Afrika gebeurt. Afrika, zo menen wij, neemt het over vijftig jaar van China over, zoals China het vandaag van Europa en Amerika overneemt. En dat geldt ook voor ons thema. Niet in Nederland, maar in een Afrikaans land als Ethiopië worden op dit terrein meters gemaakt. Afgelopen voorjaar mocht ik in Ethiopië onderzoek doen naar duurzame energie en ik praat u met plezier even bij.
Ethiopië is zo’n 30 keer groter dan Nederland, met 6 keer meer mensen. En een land van deze omvang heeft nogal wat energie nodig, zou je zeggen. Al was het maar omdat Ethiopië weliswaar in Afrika ligt, maar voor een belangrijk deel bestaat uit hoogland. De gemiddelde temperatuur in Ethiopië is zo’n 16 gaden en dat is fris. Dus heb je warmte nodig.
Maar in de Ethiopische grond zitten vrijwel geen fossiele brandstoffen. En het land is simpelweg te arm om ze importeren. Olie, gas, kolen, uranium, Ethiopiër heeft er het geld niet voor en zal dat de komende jaren ook niet hebben. Terwijl wij, 17 miljoen Nederlanders jaarlijks 2,7 miljoen vaten olie importeren, halen de 91 miljoen Ethiopiërs er per jaar niet meer dan 33 duizend binnen.
En toch houden die 91 miljoen mensen zich warm. Bovendien wordt elke dag gekookt, of, beter nog, gebakken: grote pannenkoeken, Injera’s… gevuld met groenten, kruiden, boter en soms vlees. En dat warmen, bakken en koken gebeurt in Ethiopië op bio-energie. Om preciezer te zijn: op biomassa, op mest, op gras en, natuurlijk, op hout. Wie in Ethiopië warmte maakt of een Injera bakt, schuift brandend hout tussen drie stenen door en gaat aan de slag.
Nee, ik ga nu niet het verhaal vertellen dat dit ten koste gaat van de bebossing, want ook al kookt heel Ethiopië op hout, het probleem van de ontbossing wordt langzaam maar zeker opgelost. In 1900 was 35 procent van het land bedekt met bomen. Rond 2000 was daar nog 3 procent van over.
Maar Afrikanen zijn ook niet gek. Dus is Ethiopië weer begonnen met de herplant van bomen, en nu is 9 procent van de Ethiopische grond weer begroeid met bos. Wanneer het zo door gaat, en er is weinig reden om aan te nemen dat het niet doorgaat, dan is er in, ja, 2032 weer net zoveel bos in Ethiopië als in 1900.
Nu willen de Ethiopiërs wel wat meer dan alleen stoken en koken. Ze willen bijvoorbeeld ook kunnen lezen, radio-luisteren, hun telefoons opladen en ’s avonds veilig, dat wil zeggen, verlicht over straat.
Ze willen kortom, elektriciteit. En daar is vandaag precies 84 procent van alle Ethiopiërs van verstoken. Van de 91 miljoen Ethiopiërs hebben maar 14 miljoen zo’n knopje in huis waarmee je het licht aandoet. Het overige 77 miljoen baadt tussen zes uur ’s avonds en zes uur ’s ochtends, in volstrekte duisternis.
Elektriciteit dus. En die wekken wij Nederlanders voor meer dan 90 procent op met fossiele energie. Met gas, olie, kolen of uranium. Maar het beetje elektriciteit dat Ethiopië vandaag al opwekt, komt volledig van duurzame energie, en dan met name van waterkrachtcentrales. Omdat de Ethiopiërs vrijwel geen fossiele energie hebben, en die voorlopig ook niet zullen krijgen, besloot de regering van de onlangs overleden president Meles Zenawi, om de illusie van fossiele energie helemaal op te geven.
Ethiopië, zo besloot Zenawi, zou voluit in gaan zetten op duurzame energie. Dat betekent blijven warmen en stoken met hout, mest en gras, en dat betekent stroom opwekken uit nieuwe energie-bronnen als zon en water. Ethiopië zet in op Bio, Solar and Hydro, zoals het in het jargon heet.
Maar dat stoken op hout kan veel zuiniger. Dus verkoopt de overheid overal door een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie ontwikkelde betonnen schalen. Die worden om het vuur gelegd, waardoor geen twee derde van de energie ontsnapt en de Ethiopische kok dus met één-derde van het hout zijn Injara bakt.
Zonne-energie heeft in een zonoverstroomd land als Ethiopië natuurlijk een immense potentie. Steeds meer afgelegen ziekenhuizen en klinieken krijgen zonnepanelen op hun daken, waardoor voor het eerst computers kunnen worden geïnstalleerd, medicijnen in koelkasten bewaard, bloedmonsters op malaria onderzocht en bevallende vrouwen ook ’s avonds bij een kliniek terecht kunnen. En ja, instrumenten gesteriliseerd.
Desondanks is zonne-energie ook in Ethiopië nog in ontwikkeling. Waar het vooral om draait, en op zeer grote schaal, is waterkracht.
Met name Chinese constructeurs bouwen vandaag enorme dammen met generatoren in de rivieren die door de hooglanden stromen. Dit soort dammen zijn niet zonder nadelen of risico’s, zo weten we, maar ze zorgen er wel voor dat Ethiopië zijn energieproductie de afgelopen tien jaar al vervijfvoudigde en over enkele jaren het Powerhouse van Afrika wordt.
Het zijn overigens niet alleen immense waterkrachtcentrales die voor stroom zorgen. In kleine dorpen, ver van de hoogspanningslijnen, installeren Duitse ontwikkelingsorganisaties samen met lokale gemeenschappen, kleine waterkrachtcentrales, waardoor in die afgelegen vlekken ’s avonds nu ook vrouwen op straat te zien zijn avondlessen in het dorpsschooltje niet bij kaarslicht hoeven plaats te vinden. Er ontstaat zelfs bedrijvigheid, zoals telefoonbureau’s, en vrouwen die in hun huis geld verdienen door mobieltjes op te laden.
Ethiopië maakt kortom een revolutie door in schone energie waar wij alleen maar van kunnen dromen. Vrijwel alle electriciteit wordt vandaag schoon opgewekt. De CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking, die in de hoorn van Afrika toch al enorm laag lag, is sinds de jaren ’70 dan ook niet toegenomen. En dan hoort Ethiopie met bijna 8 procent economische groei ook nog eens tot de koplopers van ter wereld.
In Ethiopië is 2032 allang begonnen. En wat in Afrika kan, moet toch ook in Nederland kunnen? Het wordt hoog tijd dat wij van Afrika gaan leren.