Doen en wennen, kosmopolitisme in de 21e eeuw

Date: 18 maart 2013

intouchables-1-300x199De Franse film Intouchables verkent de mogelijkheden van het wereldburgerschap. De mogelijkheden van een oud, nog altijd aansprekend, maar moeilijk bereikbaar ideaal. De dynamiek van de mondialisering en de nabijheid van vreemden boezemen ons angst in, maar vergroten ook onze empathie met anderen. Ik bepleit een kosmopolitisme als ethisch ideaal en praktische ethiek in een wereld waarin we hoe dan ook tot elkaar veroordeeld zijn. Intouchables is een bron van inspiratie. [De Gids, december 2012]

Intouchables, een film over de vriendschap tussen twee mannen in Parijs, belooft niet alleen de best bezochte Franse film ooit te worden. Het is ook een film over kosmopolitisme, hoewel het woord nergens valt. Voor wie de film nog niet zag: Driss, Afrikaanse kruimelcrimineel uit de banlieues van Parijs, krijgt een baantje als verpleger van de steenrijke Philippe die met een hoge dwarslaesie in zijn rolstoel zit. De mannen vatten genegenheid voor elkaar op, zonder hun verschillen te verdoezelen, laat staan te ontkennen. En die verschillen zijn aanzienlijk. Straatarm tegenover steenrijk, zwart contra wit, vitaal jegens verlamd, soul versus Vivaldi, een miserabele flat in een buitenwijk en een stadspaleis in hartje Parijs. In Intouchables staan werelden tegenover elkaar. Uiteindelijk blijken die werelden er maar amper toe te doen. Driss duwt Philippe’s rolstoel, Philippe helpt Driss met het verkopen van een schilderij. Philippe lacht wanneer Driss de stijve bezoekers van een kamerconcert verleidt tot dansen op Earth Wind & Fire, Driss lacht Philippe uit wanneer hij zich niet kan verweren tegen sneeuwballen. Van wederzijds medelijden is geen sprake. ‘Wanneer ik u was, zou ik mezelf voor het hoofd schieten’, zegt Driss ergens. ‘Ook dat is lastig voor iemand met een dwarsleasie’, glimlacht Philippe. Driss grinnikt, ‘ja, dat is klote’. intouchables-300x171Intouchables trok dit jaar bijna 50 miljoen bezoekers, wereldwijd. En de vraag is natuurlijk of hij een aankondiging is van de hoop dat het, elf jaar na Elf September, toch nog goed komt. Dat de Clash of Civilizations niet het laatste woord heeft en de frisse geur van grensoverschrijdend denken weer in de lucht hangt. Voor alle duidelijkheid: Intouchables is dan wel een kaskraker, maar Intouchables is geen kitsch. Want de film ontkent geenszins ‘de stront in ons leven’, zoals Milan Kundera het verschijnsel ooit omschreef. Die stront is er volop en zal tot het einde toe niet verdwijnen: de fantoompijnen van Philippe, zijn aan kanker gestorven echtgenote, de miserabele jeugd van Driss in Senegal en zijn in de drugsscene verzeilde neefje. Een verhaal als Intouchables is al eerder verteld. Wellicht kan de film de annalen in als het zoveelste staaltje sociaalromantiek, al was het maar omdat de vertelling zo scherp contrasteert met de Franse werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin de kans klein is dat mannen als Driss en Philippe elkaar überhaupt zullen ontmoeten. Dat de makers van de film doorlopend benadrukken dat hun script is gebaseerd op het waar gebeurde verhaal van de vriendschap tussen de Corsicaanse aristocraat Philippe Pozzo di Borgo en de Algerijnse ex-gevangene Abdel Yasmin Sellou, doet daar weinig aan af. Nogal wat Franse commentatoren ervaren de film echter als een politiek programma. Zo ziet Le Monde hoe het ‘in privileges verstarde oude Frankrijk’ zich verbindt met de ‘levenslust van jonge immigranten’. Daarin zou de krant wel eens gelijk kunnen hebben. Al zou je het natuurlijk ook om kunnen draaien en stellen dat de onaangepastheid van jonge Afrikaanse migranten zich verbindt met de burgerlijke mores van het gevestigde Frankrijk.

Diogenes van Sinope Intouchables is de verkenning van een mogelijkheid. Van de mogelijkheid dat mensen uit verschillende werelden elkaar ontmoeten, dat ze elkaar respecteren, elkaar geen schade toe brengen en elkaar, waar mogelijk, zelfs proberen te helpen. Het is de mogelijkheid van het kosmopolitisme. Van de kosmou polites, van de burgers van de wereld, die mensen niet nemen op grond van ras, geslacht of afkomst, maar zich zo wensen op te stellen dat ze samen door een deur kunnen. En meer dan dat, van burger van de wereld die zelfs bereid zijn om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen. Precies dit morele uitgangspunt plaatst het kosmopolitisme sinds zijn grondlegger Diogenes van Sinope (404-324 vChr) tegenover tribalisme, regionalisme, provincialisme, nationalisme en continentalisme. De morele verantwoordelijkheid van de kosmopoliet houdt vandaag niet op bij Zundert of Gibraltar, zoals hij in Diogenes’ tijd niet ophield bij de stadsmuren van Athene. De inzet van het kosmopolitisme was van meet af aan het garanderen van de waardigheid van individuen, waar ter wereld deze individuen ook mogen wonen.

Intouchables-2-300x200De belangrijkste kosmopoliet van de moderne tijd, Immanuel Kant (1724-1804) maakte de Menschenwürde dan ook tot uitgangspunt van zijn denken. Wat mensen hun waardigheid verschaft, aldus Kant, is het feit dat hij zich doelen kan stellen, waaronder morele doelen. Al het andere zijn middelen om die doelen mee te bereiken. Mensen kunnen dan ook nooit middelen zijn, maar vormen altijd doelen in zichzelf.

Met het belangrijkste kosmopolitische manifest ooit geschreven, Zum Ewigen Frieden uit 1795, hoopte Kant de waardigheid van mensen tot in de eeuwigheid te garanderen. Op praktische wijze bepleitte hij zowel de democratische republiek, een humaan asiel- of vluchtelingenbeleid, plus een overlegorgaan waarin staten hun onenigheden op geweldloze wijze oplossen. Het wereldburgerschap zoals het vandaag door denkers als Martha Nussbaum of Kwame Anthony Appiah wordt geformuleerd, staat de menselijke waardigheid onverminderd centraal. Nu bijna de helft van alle landen democratieën zijn, nu landen hun wrijvingen aan de onderhandelingstafels van de Verenigde Naties oplossen, nu in veel landen het recht op asiel is ingevoerd, wordt het kosmopolitisme subtieler, kleinschaliger en persoonlijker dan dat van Immanuel Kant. Het kosmopolitisme in de 21e eeuw is praktisch en ontspringt aan het feit dat we alleen al op straat, op school en in de winkel, maar ook op televisie en internet, meer mensen ontmoeten dan onze grootouders in hun hele leven. Terwijl zij amper verder konden kijken dan hun eigen stad of dorp, komen wij alleen al via het 8-uur journaal in contact met Amerikanen, Grieken en Syriërs. Onvermijdelijk beseffen we dat de Grieken en Syriërs die vandaag hun land verlaten, morgen bij ons op straat, op school en in de winkel staan. En we beseffen ook dat we niet alleen dán, maar ook nú al verantwoordelijkheid voor hen dragen. Al was het maar, omdat we hopen dat anderen ook verantwoordelijkheid voor ons dragen, wanneer we ooit in een miserabele situatie komen te verkeren. Daarom gaf de wereld miljarden aan de overlevenden van de tsunami of de aardbevingen in Kasjmir en Haiti. Daarom steunen velen van ons Stichting Vluchteling en het Rode Kruis, nu deze humanitaire hulp verlenen aan slachtoffers van het geweld in Syrië. En dat we daar een warm gevoel van krijgen, is mooi meegenomen.

Angst Er hoeft geen misverstand over te bestaan. Kosmopolitisme, het respecteren of repareren van de waardigheid van de ander, is een ethisch ideaal dat maar weinigen volledig weten te realiseren. Tallozen jaagt de nabijheid van zoveel vreemden eerder angst aan. Een angst dat door hun komst niets blijft zoals het is, dat alles op de schop gaat en niemand nog te vertrouwen valt. Al was het maar omdat we nog maar amper hebben geleerd door de taal, de handgebaren en de oogopslag van vreemdelingen heen te kijken. Deze angst uit zich niet alleen in steun voor Geert Wilders. Ze dringt door tot in de haarvaten van onze winkels, scholen, straten en huizen.

In boeken als Culture of Fear, Politics of Fear en Paranoid Parenting beschrijft de Britse socioloog Frank Furedi de nieuwe angst in al zijn kleuren en facetten. Zij drukt zich uit in de angst van ouders om hun kinderen niet meer alleen op straat te laten, in onze harde aanpak van criminaliteit –ook al daalt de misdaad sinds decennia- of uit de alsmaar strenger wordende voedselwetten. Zij blijkt uit de ondergang van steden als zwerfgebieden, doorstoken van stegen, portieken, brandgangen en binnenplaatsjes. Vandaag kun je alleen nog rechtdoor, langs toegangspoorten, hekken en intercoms. Zeker, het draait niet alleen om bescherming tegen vreemde ménsen. Steeds meer stedelingen lijden onder de vervreemding die de ontgrensde sámenleving met zich mee brengt. Ze lijden onder a loss of place. Door zich te nestelen in een beschermde ruimte, hopen ze op de geborgenheid die ze eerder zijn kwijt geraakt. Maar ook dit is angst. De angst om te worden meegesleurd in een dynamiek waarvan niemand weet waarheen hij leidt. Intouchables-3-300x200Tal van intellectuelen bogen zich inmiddels over onze angst. En telkens weer wezen zij naar de onstuimige globalisering waarin niemand meer houvast lijkt te vinden. Daarom sprak Ralf Dahrendorf zowel over een Welt ohne halt als over eine entfesselte Welt. Anthony Giddens had het over A runaway world en Zygmunt Bauman over Liquid times en Liquid fear. Is het afsluiten van onze woonomgeving een private reactie op de globalisering, op het vreemde en de vreemdeling, de Verenigde Staten en de Europese Unie sluiten inmiddels hele continenten af. Voor een Afrikaan of Aziaat is het vandaag de facto onmogelijk om zich op legale wijze in Denemarken of Arizona te vestigen. Onlangs verhaalde George Steiner nog maar eens hoe zijn vader in de jaren na de Eerste Wereldoorlog zonder zorgen en documenten over de wereld trok. Dat dit nu voor driekwart van de wereldbevolking ondenkbaar is, wijt ook Steiner aan de angst. ‘Aan de doorsneemens, de massamens, met zijn paniekerige angst voor alles wat afwijkt van zijn dagelijkse levensaard.’ En wanneer het de vreemdeling wonder boven wonder dan toch lukt om de permits, de visa, de paspoorten, de camera’s, het prikkeldraad, de bloedhonden, de vreemdelingenpolitie en de Middellandse Zee te trotseren, staat hij plots voor de deur en meldt zich als verzorger in een Parijs’ stadspaleis. Op dat moment komt het er alsnog op aan elkaar te ontmoeten, te respecteren, geen schade toe te brengen en wellicht zelfs te helpen; aangenomen dat de angst al deze mogelijkheden niet op voorhand afsnijdt.

Morele globalisering Het feit dat we állen, ingezetenen en vreemdelingen, worden meegesleurd in de rauwe dynamiek van de mondialisering, biedt echter ook een kans. In NRC-Handelsblad zegt Philippe Pozzo di Borgo, de man die model stond voor de Philippe van Intouchables, dat ‘we allemaal gehandicapt zijn.’ ‘In onze samenleving staat egoïsme voorop. Maar bij tegenslagen red je het niet alleen. Deze film biedt troost. Hij laat zien dat er een oplossing is: de ander. Voor mij heeft het lang geduurd dat ik inzag dat je je beter voelt als je samen bent.’

Met een schets van de alsmaar toegenomen angst is dan ook niet alles gezegd. Integendeel. Een verhaal dat nog veel te weinig wordt verteld, is het verhaal van de empathie, van ons alsmaar toenemende vermogen om ons in anderen te verplaatsen. Voor iedereen is de wereld sinds 1989 onbeschrijfbaar groter geworden. CNN en Al Jazeera, de introductie van Youtube en Facebook. En onze reizen naar Thailand, Costa Rica en Gambia. Want voor ons, welgestelden, zijn er geen permits, bloedhonden en prikkeldraadversperringen. En wie reist, fysiek of virtueel, ontmoet anderen. En wie anderen ontmoet, loopt de kans betrokken te raken en voor hem of haar verantwoordelijkheid te nemen. Plots waren ze er, de termen waarmee deze nieuwe morele praktijk onder woorden wordt gebracht: Global Citizens Movement, Ethical Globalisation, Moral Cosmopolitanism, Cosmopolitan morality, Global Civil Society, Moral Globalisation of New Cosmopolitan Ethics. En alom kan deze ‘morele globalisering’ nu worden aangewezen. intouchables-1-300x199Ethisch consumeren, Fair Trade stijgt jaarlijks met meer dan twintig procent. Amnesty International telt inmiddels drie miljoen leden. Médecins Sans Frontières kan ook dit jaar weer rekenen op 230 miljoen aan giften. En ook al is er forse kritiek op de traditionele ontwikkelingshulp, tachtig procent van alle Nederlanders antwoordt nog steeds met ‘ja’ op de vraag of ‘wij arme mensen in de Derde Wereld’ moeten helpen. Nederland telt meer dan zesduizend kleine ontwikkelingsorganisaties die vanaf de keukentafel zorgen voor waterpompen in Burkina Faso of klaslokalen in Peru. In 1990 voerde de Verenigde Naties vijf Peace Keeping Missions uit. Met ruime steun van de publieke opinie zijn het er vandaag al zestien. Ook het bedrijfsleven doet mee. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is allang geen buitenissige hobby van excentrieke ondernemers meer, maar dringt allengs door tot in het hart van Unilever en DSM. We zijn verzeild geraakt in the Age of Empathy, meent primatoloog Frans de Waal. De socioloog Jeremy Rifkin ziet The Empathic Civilization opdoemen. En de Amerikaanse psycholoog Daniel Batson formuleert empathy-altruism hypothesis. Opkomen voor anderen, ook al wonen ze aan de andere kant van de wereld, is geen kwestie van plichtsbesef of christelijke ethiek. Het is voor alles een zaak van nabijheid, gezichten, spiegelneuronen en daaruit voortvloeiend handelen. Het simpele feit dat we elkaar leren kennen, maakt dat we ons aansprakelijk laten stellen. Dat vijftig miljoenen mensen zich in Intouchables verliezen, zou dan ook wel eens meer kunnen zijn dan louter een aankondiging van de hoop. Het is ook een herkenning dat het zo kán gaan, nu we eenmaal tot elkaar veroordeeld zijn. ‘Omdat de wereld bolvormig is’, schreef de oude Kant, ‘kunnen mensen zich niet tot in het oneindige verspreiden maar moeten zij uiteindelijk elkaars nabijheid dulden’.

Met elkaar lachen Net als in de tijd van Diogenes van Synope of Immanuel Kant, zal een kosmopolitische ethiek ook in onze tijd pragmatisch en praktisch zijn. Kosmopolitisme is geen ideologie van scherpslijpers en prinzipienreiter. Temeer omdat we het afgelopen decennium hebben geleerd dat ideologische debatten weinig opleveren. Scherpe discussies, tussen immigranten en ingezetenen, tussen moslims en niet-moslims, tussen gelovigen en atheïsten lijken de tegenstellingen alleen maar te bestendigen en te verdiepen.

Kosmopolitisme is handelen. Want terwijl de Parijse aristocraat en de Afrikaanse kruimeldief het niet eens zullen worden over Berlioz, Ives Klein, of het plezier van dansen op soul uit de jaren ’70, suggereert de film dat zij zich wel degelijk naderen wanneer het gaat om praktische oplossingen. Dan leert Philippe van Driss dat hij zijn fantoompijnen te stillen door het roken van marihuana en hoe hij alleen met strenge woorden zijn dochter tot de orde kan roepen. Driss trekt voor het eerst een pak aan en leert en passant wat kwatrijn en sonnet betekent. Zodra de mannen aan elkaar gewend zijn, beginnen ze zich voor elkaar te interesseren en verantwoordelijkheid te nemen. En tussen de bedrijven door leggen beide mannen huilend van het lachen hun hoofden op elkaars schouders. Kosmopolieten leven in het besef dat mensen, uit welke culturen ze ook komen, voldoende gemeenschappelijk hebben om een gesprek te beginnen. Maar ze beseffen ook dat dit niet betekent dat het ze ook eens zullen worden. Kosmopolieten weten dat je met een redelijke gedachtewisseling veel, maar niet alles kunt bereiken. Intouchables-4-300x200Die kans is groter wanneer het gaat over wat hen concreet te doen staat. We kunnen het in de meeste gevallen best eens worden over wát we moeten doen, terwijl dat maar zelden lukt over de vraag waaróm we iets moeten doen. Denken in een tijd van globalisering, start bij de alledaagse werkelijkheid. Wie samen door een deur wil, zal zich de tijd moeten gunnen om aan elkaar te wennen. En wie aan elkaar went, begint allengs te vergeten hoe vreemd die ander ook al weer was. Kosmopolitisme start bij de acceptatie dat we leven in een wereld van vreemden en doet vervolgens een poging om voorbij te kijken aan de mono- of de multiculturele samenleving en de traditionele identiteiten, nationaliteiten. Het kosmopolitisme zoekt raakvlakken in de wereld van alle dag, in het werk, op school, op straat, en, natuurlijk, in de bioscoop. ‘We moeten leren om met elkaar te lachen’, zegt Philippe Pozzo di Borgo in het NRC-interview. Voor Pozzo di Borgo blijkt lachen een manier om met zijn invaliditeit om te gaan. Maar daar blijft het niet bij. Wie leert om met elkaar te lachen, leert ook om voor elkaar verantwoordelijkheid te dragen.

Leave a Reply

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.

single.php