Wil je als krant meer kleur op de redactie, begin dan met het fatsoenlijk betalen van je freelancers, meent Ralf Bodelier.
Ralf Bodelier, Brabants Dagblad 29 mei 2021
Kranten worstelen. Hun journalisten zijn te vaak van middelbare leeftijd, afkomstig uit de middenklasse en vooral: te wit. Ze willen een afspiegeling zijn van de samenleving, met meer jongeren, meer straatrumoer en vooral: een forse dosis kleur.
Dat is een mooi streven. Want hoe eenvormiger een redactie, hoe eenzijdiger het nieuws. Stel je voor dat iedere journalist zou zijn zoals ik: een oude, witte hetero met een academische achtergrond en idem dito belangstelling. Wel, driekwart van de alledaagse werkelijkheid zou nooit in de krant komen. Geen mode, geen songfestival, geen sport, geen kermis en carnaval, geen misdaad, niets over gays, queers of het uitgaansleven. De krant zou vreselijk verstoffen en na een half jaar uit de roulatie worden gehaald. Veelkleurigheid is kortom noodzaak. Een bonte redactie ziet veel meer, hanteert meer perspectieven, maakt een krant informatiever en domweg leuker om te lezen.
Maar dan. Hoe krijg je een redactie meer divers? Want jong, gay of van kleur zijn, is niet genoeg. Journalistiek is nog steeds een vak dat je moet leren. Daarvoor hebben we Hbo-opleidingen journalistiek waar studenten vier jaar lang worden getraind en onderwezen. Daar, bij die opleidingen, zal het dus moeten beginnen. Want daar komen de nieuwe journalisten immers vandaan.
Lang geleden was ik docent aan de Tilburgse journalistenopleiding. Dat was in een tijd dat 99 procent van alle studenten nog leliewit was. Een tijd ook, waarin nog amper werd nagedacht over het belang van diversiteit. Nu, bijna 25 jaar later, geef ik aan diezelfde opleiding nog wel eens gastcolleges. Vandaag wordt veel meer nagedacht over het aantrekken van een kleurrijke populatie studenten. Maar in het klaslokaal blijkt al dat nadenken niet heel veel op te leveren. De studenten zijn nog net zo wit en uit een middenklassenmilieu als een kwart eeuw geleden. Ze zijn ook nog net zo betrokken. Studenten journalistiek willen de wereld beter maken door ons zo goed mogelijk te informeren. Het is en blijft een geweldige groep om mee te werken.
Nu verzorg ik ook gastcolleges bij de masteropleiding geneeskunde van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit. Een bonter gezelschap studenten kan ik me niet voorstellen. Wat in de collegezaal voor me zit, verschilt maar amper van wat in Rotterdam over straat loopt. Van voormalig vluchtelingen uit Syriƫ en dochters van gastarbeiders uit Marokko tot jonge Polen die met een Erasmusbeurs in Nederland studeren. Hun ambitie is torenhoog. De Nabils, Aichas en Jolantas willen hogerop. Ze willen cardioloog of tropenarts worden. Ze willen een rijker en welvarender leven dan hun ouders. En, natuurlijk, ze willen mensen beter maken. Daarom studeren ze immers geneeskunde.
Het verschil is opmerkelijk. Waarom lukt het opleidingen journalistiek maar niet om een veelkleurig publiek te trekken en komt bij geneeskunde de hele wereld samen? Aan het vak van journalist kan het niet liggen. Als journalist sta je altijd vooraan, geen dag is hetzelfde en je voelt je bevoorrecht dat jij, en niemand anders, tienduizenden mensen mag vertellen hoe de wereld in elkaar steekt.
Ik vermoed dat het verschil elders ligt: anders dan bij geneeskunde geniet krantenjournalistiek te weinig status. En dat lees je meteen af aan het inkomen. Een beginnend basisarts start met een contract en een maandsalaris van ruim 3000 euro. Vervolgens neemt het artseninkomen gestaag toe. Een beginnend journalist echter vindt maar zelden een vaste baan. Contracten worden nog maar zelden gegeven. Hun inkomens zijn dramatisch laag. Een beginnende journalist mag in zijn handjes knijpen wanneer hij per maand 1500 euro omzet. En dat geldt helaas ook voor veel ervaren freelance journalisten. Regionale kranten betalen het slechtst. Freelancers die uit liefde voor de regionale journalistiek full time voor een regionale krant werken, komen amper boven de 1000 euro bruto per maand uit.
Meer dan zesduizend journalisten werken in Nederland op freelance basis. Kranten en tijdschriften betalen hen per woord of artikel. De Nederlandse Vereniging voor Journalisten NVJ rekende het woordtarief om in uurtarieven en stelde vast dat regionale kranten, waaronder ook het Brabants Dagblad, freelancers rond de 18 euro per uur betalen. En dat is omzet, waar alle belastingen, verzekeringen en kosten nog vanaf moeten. Een Hbo-opgeleide freelancejournalist bij wie de verwarmingsketel kapot gaat, werkt al snel 8 uur om voor 2 uur een Mbo-opgeleide installateur in te huren. En dat zijn dan de uren die de freelancers daadwerkelijk werken. Ongeveer een derde van hun tijd gaat op aan het binnenhalen van nieuwe opdrachten en kunnen ze dus geen omzet draaien. Voor fotojournalisten ligt de prijs nog veel lager. Volgens de NVJ kunnen zij gemiddeld 28 euro declareren voor een foto waarvoor ze vier uur op pad zijn. Daarmee ligt het uurtarief dat ook deze krant zijn fotojournalisten biedt rond de 7 euro.
Geen wonder dat jongeren met een migratieachtergrond, op zoek naar een beter leven dan hun ouders, de journalistiek links laten liggen. Geen wonder ook dat het vak vooralsnog voorbehouden blijft aan betrokken witte jongeren uit de middenklasse die terug kunnen vallen op hun ouders of partner. Willen kranten een veelkleurige redactie, dan moeten ze beginnen met het fatsoenlijk betalen van hun freelancers. Of hen gewoon een vast contract geven natuurlijk. Zoals basisartsen dat ook krijgen.
Ralf Bodelier is filosoof en journalist.