Ralf Bodelier, Financieel Dagblad 10 oktober 2020
Lopend arriveer ik aan de Turks-Bulgaarse grens bij Kapikule. Het is nog vroeg in de ochtend, maar de temperatuur stijgt snel. Ik verlaat de wereld van de islam en betreed die van het christendom. Het is een symbolisch moment. Omdat ik het Midden-Oosten verlaat voor de Europa. En omdat een Turkse official me voor het eerst in iets in de weg legt: ik mag het grensgebied niet binnen. Alleen mensen op wielen mogen door naar de officiële grenspost. Voor wandelaars is het verboden terrein. ‘Aan ons ligt het niet’, zegt de Turk. ‘Het zijn de Bulgaren die geen voetgangers accepteren’.
Enkele honderden meters verder zie ik de Turkse grenswachters, daarachter staan ongetwijfeld de Bulgaarse. Ik positioneer me pal naast de Turkse official. Auto’s, trucks en touringcars remmen af, draaien hun raampjes open en worden door de man doorgewuifd. Ik vraag de bestuurders of ze me die paar honderd meter mee kunnen nemen. Niemand durft het risico aan. Waarom zouden ze ook? Voor je het weet zit er iemand met een kilo wiet op je achterbank.
In de schaduw staat een taxi. Ik pak mijn rugzak, loop naar de chauffeur en vraag hem om raad. De vriendelijke man stelt de grensovergang met Griekenland voor, twintig kilometer verderop. Vandaaruit kan ik dan weer doorsteken naar Bulgarije. Maar wanneer we bij de Griekse grens arriveren, blijkt de overgang dicht. De chauffeur brengt me weer terug naar de Bulgaarse en weigert resoluut mijn betaling.
Opnieuw sta ik naast de official. Het is een uur. De zon brandt op mijn gezicht. Auto’s komen en gaan, niemand reageert op mijn verzoek. Plots is de taxichauffeur er weer. Hij heeft een plan. Om twéé uur arriveert een Duitse touringcar. Hij kent de chauffeur, heeft hem gebeld en de man is bereid om me mee te nemen. Stapvoets rijdend zal hij de deur openen, ik hoef er maar in te springen en voor ik het weet sta ik in Bulgarije.
En zo gebeurt het. De bus arriveert klokslag twee uur, ik spring door de opendraaiende deur, iemand zet me op de lijst met bejaarde Duitse toeristen en om drie uur stap ik uit in Europa. Zorgen maakte ik me geen moment. Want na een leven lang reizen weet ik: het komt altijd goed.