Ralf Bodelier, Financieele Dagblad, 10 juli 2021
Iedereen wil rijk zijn, zou je denken. En dan betekent ‘rijk’ dat je meer dan een miljoen euro bezit bovenop de waarde van je woning. Decennia van wat ‘neoliberalisme’ ging heten, zouden ons tot graaiers hebben gemaakt. Tot hebzuchtige individuen die niets liever willen dan zich in geld, macht en status van anderen te onderscheiden.
Nou, daar klopt dus maar weinig van. Dat blijkt uit een opmerkelijk onderzoek in zeven westerse landen. In Italië, de Verenigde Staten, Zweden, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië kreeg een representatieve groep de vraag voorgelegd ‘Hoe belangrijk is het voor u om rijk te zijn?’
Ik plaats deze landen niet toevallig in deze volgorde. In Italië is het aantal mensen dat naar rijkdom verlangt het hoogst. 40 procent van de mannen en 34 procent van de vrouwen zou wel een miljoen willen hebben. De meerderheid kent dit verlangen blijkbaar niet. In het land van Armani, Ferrari en Gucci hebben de meesten weinig interesse in rijkdom.
De Britten hebben de minste behoefte om rijk te worden. Hier zou 22 procent van de mannen en 16 procent van de vrouwen rijk willen zijn. Nederland werd niet in het onderzoek meegenomen. Ik gok erop dat wij het meest in de buurt van Duitsland zitten. Daar wil niet meer 26 procent van de mannen en 18 procent van de vrouwen rijk zijn.
Het onderzoek, uitgevoerd door socioloog en historicus Rainer Zitelmann, levert meer interessante gegevens op: zo verlangen mannen en jongeren onder de dertig vaker naar rijkdom dan vrouwen en ouderen boven de zestig. Nu is dat laatste niet heel verwonderlijk: wie het in zijn eerste zestig jaar niet lukte om rijk te worden, heeft weinig reden te hopen dat het in de resterende twintig jaar alsnog zal lukken.
Toch blijft het fascinerend dat zovelen zeggen geen behoefte aan rijkdom te hebben. Blijkbaar hoeven we niet langer rijk te zijn om te kunnen doen wat ons hart begeert. Ook met een bescheiden inkomen hebben we een dak boven het hoofd, kunnen we met vakantie en laten we onze kinderen studeren. Het is een enorm compliment aan de westerse samenleving. Anders dan onze voorouders of onze medemensen in ontwikkelingslanden, hoeven we hier niet langer rijk te zijn om een fatsoenlijk leven te leiden.