De wereldwijde milieubeweging heeft alle trekken van een religie. Meestal is een dergelijke betiteling niet vleiend bedoeld. Maar er is ook een ander perspectief. Een samenleving heeft nu eenmaal samenhang nodig. En welke andere stroming is nog in staat het religieuze vuur wereldwijd te ontsteken? [Debezieling, 25 januari 2014]
De Amerikaanse science-fictionschrijver Michael Crichton omschreef de milieubeweging eens als “een van de machtigste religies van de westerse wereld”. Haar ideologie gaat uit van “een oorspronkelijk paradijs, een toestand van eenheid met de natuur, de verdrijving uit het paradijs (nadat men de vruchten at van de boom van kennis van goed en kwaad) en het laatste oordeel”.
Tegen deze observatie valt maar weinig in te brengen. Dat geldt ook voor de humoristische ‘Catechismus van het groene geloof’ die het dagblad Trouw onlangs samenstelde. “Duurzaamheid is geen modegril, maar een religie”, meende de krant. “Alle grote vragen zijn vanuit dit groene evangelie te beantwoorden.” En lijken de talloze initiatieven uit de groene hoek, van gemeenschappelijke stadstuinen tot groene festivals en streekmarkten niet op kerkelijke evenementen, waar gelovigen samen komen om inspiratie te halen en elkaar te bemoedigen?
Religieuze zeloten
Ook Lord Nigel Lawson, grondlegger van de denktank The Global Warming Policy Foundation vergelijkt de milieubeweging met een religie. Maar voor hem is dat bepaald geen compliment. Anders dan de naam suggereert, bestaat deze Britse denktank uit een groep uiterst scherpe tegenstanders van de milieubeweging. En de toenemende focus van de milieuactivisten op klimaatverandering wordt door deze stichting als extremely damaging and harmful genoemd. Het is precies in deze context dat de strijders voor een koeler klimaat worden vergeleken met religieuze zeloten en hun organisaties met radicale sektes. “Sinds het wegvallen van zowel het christendom als het marxisme, ontstond in Europa een sterke behoefte aan zingeving”, meent Lawson. “Het geloof in wereldwijde klimaatverandering komt aan deze behoefte tegemoet. (…) Wereldwijde klimaatverandering is een nieuwe religie en godslastering kun je hier maar beter achterwege laten.”
Dogma’s en dwaalleren
Ik deel zowel de observaties van Chrichton als die van Lawson en wil er nog wel een paar aan toevoegen. Dat de groene kerk nogal wat dogma’s koestert, bijvoorbeeld. [Met als een van de fraaiste, het dogma dat biologisch voedsel gezonder en milieuvriendelijker is dan regulier voedsel.] Of dat ze nogal eens dwaalt [van het beroemde rapport van de Club van Rome uit 1972 kwam geen enkele voorspelling uit] en deze dwalingen niet durft te bespreken uit angst gelovigen te verliezen. En dat ze zich geen rekenschap geeft van enkele griezelige wortels [die voor een deel te traceren zijn in het nationaalsocialisme]. Maar ook dat de milieubeweging, dreigend met doem, donder en hellevuur, doorlopend inspeelt op onze angsten voor een snel naderende Apocalyps. Daarmee weet ze de publieke aandacht voortdurend weg te leiden van veel acutere problemen. [Waaronder de 20 miljoen doden die jaarlijks vallen als gevolg van honger en onderontwikkeling.] Het spreekt voor zich dat de leden van de groene kerk niet bijster veel waardering opbrengen voor zulke kritische kanttekeningen. Wanneer iemand je stroming een religie noemt en je organisatie een kerk, dan is dat meestal niet als een compliment bedoeld.
Slinger van Foucault
Ooit was dat anders. In de 18e en 19e eeuw vonden sommige intellectuelen het ronduit chique om een religieus alternatief voor het christendom uit te denken. Zo werd tijdens de Franse Revolutie een ‘Cultus van de Rede’ in het leven geroepen, inclusief erediensten van het Verstand en een kruistocht tegen de katholieke concurrent. Eerst plunderden de belijders van de nieuwe cultus de oude kerken, vervolgens richtten ze hun seculiere kathedralen in. Als eerste was dat het Parijse Pantheon, waar ’s zondags hoogleraren van de Sorbonne minicolleges gaven. Op het altaar deed de chemicus Antoine Lavoisier proefjes met buskruit, terwijl de natuurkundige Léon Foucault er een halve eeuw later zijn beroemde slinger op zou hangen. Vervolgens werd ook de grote Notre Dame ingewijd als een Tempel van de Rede, met een heuse Godin van de Rede op de plaats van het kruis. De conservatieve restauratie die volgde op de Franse Revolutie maakte aan deze religieuze experimenten een einde.
Religie der mensheid
Totdat de ‘uitvinder van de sociologie’ Auguste Comte halverwege de 19e eeuw een nieuwe poging ondernam. Comte schreef een vierdelige Religie der Mensheid en benoemde zichzelf tot hogepriester. Volgens Comte was een religie noodzakelijk om een moderne maatschappij enige samenhang te verschaffen. Religie is de lijm die de meest uiteenlopende onderdelen van de samenleving aan elkaar plakt en een gemeenschappelijk doel verschaft. Zelfs al is er geen god, dan nog zijn er volop maatschappelijke redenen een kerk te stichten, boeken te heiligen, een priesterklasse op te leiden en de massa te inspireren het goede te doen.
De ´Cultus van de Rede´ en de ´Religie van de Mensheid´ zijn allang vergeten. Maar de idee dat je termen als ´religie´ en ´kerk´ ook toe kunt passen op andere verschijnselen dan het traditionele christendom zijn inmiddels gemeengoed. En maar weinig moderne bewegingen lenen zich daar beter voor dan de milieubeweging. Doorgaans zijn de vergelijkingen tussen de oude kerken en de nieuwe milieubeweging niet positief bedoeld. Maar met de uitgangspunten van Auguste Comte in het achterhoofd, zou je daar ook anders over kunnen denken. Net als de oude kerken fungeert zij nu inderdaad als lijm in een samenleving die nog maar amper samenhang kent.
Religieuze vuur
En meer dan dat. De milieubeweging is een van de weinige maatschappelijke stromingen die nog in staat is om mensen over te halen verder te denken dan de ruimte waarin ze zich híer bevinden en tijd waarin ze nú leven. Net als de oude kerken pleiten milieuactivisten voor deugden als voorzichtigheid en zelfbeheersing. Bij hen staat niet het snelle winstbejag of het kortstondige genot voorop, maar de kwaliteit van leven van de komende generaties. De strijders voor een koeler klimaat zijn de enigen die nog miljoenen weten te bereiken met fundamentele vragen over eenzijdige politieke programma’s en geborneerde praatjes uit het bedrijfsleven. Alleen hier lijkt nog het religieuze vuur te worden ontstoken dat leidt tot nieuwe uitvindingen en samenlevingsvormen.
Lord Lawson heeft absoluut gelijk wanneer hij stelt dat de milieubeweging in het vacuüm sprong dat ontstond na de val van het marxisme en het Europese christendom. Maar het is ook zo dat de milieubeweging van het marxisme en het christendom het idealisme overnam om verder te denken dan Zundert en Zevenaar. Nu de kerkgebouwen leeg staan en de massabijeenkomsten onder de hamer en sikkel verdwenen zijn, is de milieubeweging de grote religieuze beweging van deze tijd. Daar kan ze best trots op zijn.