Steden zijn uitstekend voor mens en milieu, betoogt Ralf Bodelier. Overheden moeten mensen dan ook stimuleren om naar de stad te gaan. (Nederlands Dagblad, BNDe Stem en het Eindhovens Dagblad)
De komende 50 jaar groeit de wereldbevolking van zeven naar tien miljard mensen. Dat is een toename van 42 procent. Waarschijnlijk zal het ons weinig moeite kosten om rond 2065 nog eens drie miljard mensen van energie te voorzien, te voeden en te huisvesten. De afgelopen vijftig jaar steeg de wereldbevolking al van drie miljard naar zeven miljard. Dat was een bevolkingstoename van 133 procent. En die toename deed ons, wereldwijd, meer goed dan kwaad. Verrekend met de inflatie, verdient de gemiddelde wereldburger vandaag drie keer zoveel geld als in 1965. Ook wordt de gemiddelde wereldburger vandaag dertig procent ouder dan in ’65. Tegelijkertijd daalde de kans met zestig procent dat zijn jonge kinderen sterven. Hongersnood komen nog maar zelden voor en ‘structurele honger’ zakte wereldwijd van vijftig naar tien procent.
In grote delen van de wereld profiteerde ook het milieu. Ondanks uitdagingen als de klimaatverandering, het verdwijnen van soorten en de verzuring van de oceanen, zijn we in veel opzichten en stuk beter af dan in 1965. Ook in de tijd dat we nog maar met drie miljard mensen waren, veranderde het klimaat, verdwenen er soorten en verzuurden de oceanen. Maar toen woonden we, met name in het Westen, ook nog eens in rokerige steden. Onze rivieren waren vervuild, onze bossen stierven en stonden we op het punt de walvis uit te roeien. De afgelopen vijftig jaar zijn deze problemen vrijwel verdwenen. Miljoenen walvissen zwemmen weer door de oceanen en de rivieren zitten weer vol vis. In Nederland groeide het bosoppervlakte met vijftig procent en is de lucht een stuk schoner dan in 1900. Grote delen van onze planeet zijn al drie decennia bezig te ‘vergroenen’. Zelfs in ons drukbevolkte land geven we vandaag oude landbouwgebieden ‘terug aan de natuur’.
Met zeven miljard mensen in 2015 zijn we beter af dan met de drie miljard uit 1965. Dat we in die halve eeuw zo sterk vooruit gingen, valt onder meer te danken aan het feit meer dan de helft van de wereldbevolking in steden ging wonen. Want in de stad worden problemen benoemd en bediscussieerd. In steden, en niet in de wildernis, worden nieuwe oplossingen bedacht, ontwikkeld, uitgewisseld en in de praktijk gebracht. Steden trekken de vooruitgang. Wereldwijd zijn stadsbewoners dan ook een stuk gezonder, rijker en slimmer dan plattelanders. Stedelingen worden ouder, krijgen minder kinderen en zijn vaak nog gelukkiger ook. Uit Azië komen fascinerende berichten dat mensen die van het arme platteland naar een miljoenenstad trokken, zich een heel stuk gelukkiger zijn gaan voelen. En opnieuw profiteert het milieu, ook al zet de groene chic zich nog zo af tegen al dat asfalt, glas en beton. Maar wie leeft in de ‘betonnen jungle’, doet beduidend meer voor natuur en milieu dan wie zich terugtrekt op het platteland. Hoe meer mensen in steden wonen, hoe meer ruimte er overblijft voor planten en dieren. Zo nemen de huidige vier miljard stadsbewoners maar drie procent van het aardoppervlak in beslag. Ook gebruiken stedelingen veel minder energie. De doorgaans forse en vrijstaande huizen in het buitengebied slurpen stroom en gas, vergeleken met de veel kleinere en aan alle kanten ingepakte woningen in de stad. Terwijl de plattelander voor elk pakje boter in zijn auto stapt, neemt de stadsbewoner veel vaker de fiets of het openbaar vervoer. Hoe dichter mensen op elkaar leven, hoe rijker, gezonder, slimmer en gelukkiger ze zijn, en hoe beter het is voor natuur en milieu.
De Nederlandse regering zou er dan ook goed aan doen de verstedelijking van ons land verder te bevorderen. Provinciebesturen zouden beduidend minder geld en aandacht moeten steken in de ‘versterking van het platteland’ dan ze vandaag doen. Stadsbesturen kunnen hun steden compacter en aantrekkelijker maken door nog meer te verdichten en verder de hoogte in te bouwen.
Waarom staan in Breda, Utrecht of Groningen geen wolkenkrabbers? Burgemeester Rob van Gijzel van Eindhoven haalde onlangs weer het begrip ‘compacte stad’ van stal om zijn gemeente door te laten groeien van 220 duizend naar meer dan 300 duizend inwoners. De toch al ‘slimste regio ter wereld’ wil nog slimmer, gelukkiger en duurzamer worden door meer mensen op minder grond te laten wonen. Van Gijzels idee verdient navolging.
Ralf Bodelier groeide op in Lemiers (Zuid-Limburg, 800 mensen) en woont op dit moment in Blantyre (Malawi, Afrika met 1,2 miljoen mensen).