Toespraak bij verschijnen van Schakels, een thriller van Nico de Beer. Vernissage in Jan van Besouwhuis in Goirle.
Nico de Beer, dames en heren, heeft een bijzonder spannende en al even relevante thriller geschreven. ‘Schakels’ is zo’n boek waar je op een zaterdagmiddag in begint en dat je in een ruk doorleest tot ver na middernacht. Domweg omdat je toch niet kunt slapen, zolang je niet weet of de schurk wordt gepakt en het slachtoffer het overleeft.
Maar ‘Schakels’ is ook een relevant boek. En over die relevantie zou ik het met u willen hebben. Want het gaat over vrouwenhandel, of beter nog ‘seksuele slavernij’. En dat is een uitermate belangrijk thema. Ik zou het ‘t grootste zwarte gat van Nederland willen noemen. En van België natuurlijk, waar Nico’s boek zich afspeelt. .
.
In dit zwarte gat verdwijnt alle rechtvaardigheid, bescherming, barmhartigheid en goedheid waar mensen in normale omstandigheden op kunnen rekenen. Vrouwenhandel is in ons land, in onze provincie, wellicht in onze stad en dit dorp, de meest verschrikkelijke vorm van lijfeigenschap. Verhandelde vrouwen worden volledig beroofd van hun vrijheid. Ze worden beroofd van hun geld en hun paspoort, van het contact met hun kinderen en familie, van hun eigen wil en hun eigen lichaam. Verhandelde vrouwen behoren met lijf en leden toe aan hun eigenaar, de vrouwenhandelaar, de misdadiger.
Ik denk dat dit zelden zo indringend beschreven is als door Nico. Een van de vrouwen die hij opvoert, is letterlijk gedegradeerd tot een dier in een hok, verstopt achter een blinde muur in een Brussels bordeel. Ze heeft geen besef meer van tijd en plaats, en is volledig overgeleverd aan de mannen die voor heel veel geld met haar kunnen doen wat ze maar willen.
.
Ooit, rond 2000, schreef ik als journalist enige tijd over prostitutie. Want op dat moment was er in Nederland en België een discussie gaande of we prostitutie moesten legaliseren of dat we moesten blijven gedogen. Nederland besloot tot legaliseren, de Belgen tot gedogen en zo is het nu nog steeds. Ik ging in Amsterdam en Antwerpen op reportage. En in Antwerpen hoorde ik het volgende verhaal.
Op straat in het Schipperskwartier, was een zwaargewonde, zwarte vrouw gevonden. Een meisje nog maar. Ze stierf even later in het ziekenhuis en bleek het slachtoffer van geweld. De politie ontdekte dat ze illegaal in België verbleef en waarschijnlijk uit Sierra Leone kwam. Al even waarschijnlijk, zo meende de politie, was ze verhandeld en werkte ze in de seksindustrie.
Wat me raakte, en ‘raakte’ is eigenlijk veel te licht uitgedrukt, was niet alleen dát ze was vermoord, maar vooral de manier waaróp dat was gebeurd. Iemand had haar doodgemarteld. Het hele lichaam van het meisje zat vol afdrukken van een gloeiend strijkijzer. Haar collega-prostituees, die me daarover vertelden, waren er vrij zeker van dat deze vrouw zich te zeer tegen haar slavernij had verzet. Dat ze wellicht had gedreigd om naar de politie te stappen. Voor haar bezitters was dat waarschijnlijk de reden om haar tot het randje van de dood te geselen en haar vervolgens op straat te werpen. Geen beter signaal aan andere verhandelde vrouwen om elke vorm van verzet uit het hoofd te laten. Voor mij was deze gebeurtenis de reden om een aantal verhalen te gaan schrijven over vrouwenhandel en de gruwelen die daarmee verbonden zijn. Ik kom er zo nog even op terug.
.
Hoe is het in godsnaam mogelijk, dat misdadigers er in slagen om tal van vrouwen op een of andere manier zo aan zich te onderwerpen? De meest belangrijke en meest fundamentele verklaring is simpelweg armoede, werkeloosheid en uitzichtloosheid van mensen op het platteland van Bulgarije of de slums van Lagos in Nigeria.
Vrouwen die volledig aan de grond zitten, zijn een gemakkelijke prooi voor mannen met mooie praatjes over werk in een rijk gezin, een restaurant of kleuterschool. Of, soms, met een praatje over werk in een bar als animeermeisje. Sommige vrouwen weten dat ze de prostitutie ingaan. Maar alles is beter dan het perspectiefloze, kansloze bestaan dat ze op dat moment leiden. Wat ze natuurlijk niet weten, en waar ze zeker niet voor kiezen is voor een leven als seksslaaf. Eén op de zes vrouwen hebben overigens helemaal niets te kiezen. Zij worden simpelweg ontvoerd, zoals in het geval van de verhandelde vrouw in Nico’s boek.
Verhandelde vrouwen in België en Nederland, komen vooral uit Bulgarije, Hongarije, Roemenië en Polen. Uit dat land komt ook Izolda, de verhandelde vrouw uit Nico’s boek. In deze landen is het gemakkelijk scoren voor handelaren. Zo heerst er, zeker in de gebieden in het oosten, tegen de grens met Rusland en Wit-Rusland nog steeds abjecte armoede. Bovendien behoren een aantal van deze landen tot het Schengengebied, waardoor de slavenhandelaren hun koopwaar gemakkelijk naar Brussel of Rotterdam kunnen vervoeren. Overigens lukt het hen ook om vrouwen uit Afrika, en dan met name uit Nigeria, Sierra Leone en Guinee naar Nederland en België te smokkelen. In Nederland bestaat de grootste groep, en dat is interessant, uit Nederlandse vrouwen. De criminelen die deze vrouwen van hun vrijheid beroven zijn de zogenaamde Loverboys, wat een veel te vriendelijke aanduiding is voor deze onderwereldfiguren. Pooierboys zou een veel betere omschrijving zijn.
.
Nu lijkt het wel of ik beschik over harde feiten en cijfers over vrouwenhandel. Maar die cijfers en feiten heb ik helemaal niet. En niemand heeft die. We weten niet hoeveel vrouwen worden verhandeld, wereldwijd, noch in Europa, in Nederland of België. Maar er zijn wel schattingen. Zowel over landen van herkomst als over de aantallen. En die schattingen zijn zeer onthutsend. Het IOM, de organisatie die de mondiale migratiestromen in kaart brengt, schatte het aantal verhandelde vrouwen wereldwijd op 400.000. De FBI op 700.000 en de VN organisatie UNICEF komt met het cijfer 1,75 miljoen. Al deze instanties geven echter toe dat het schattingen zijn, want het is immers het kenmerk van de misdaad, dat het zich in het verborgene afspeelt. Er is echter nog een reden waarom we het moeten doen met schattingen in plaats van meer of minder betrouwbare cijfers: er wordt amper onderzoek naar vrouwenhandel gedaan. Het verschijnsel interesseert ons veel te weinig, of we willen er gewoon niets van weten. Seksslavernij is simpelweg geen thema waar we ons druk over maken.
Het is interessant dat Nico in zijn boek ene Walter Sevenijns opvoert. Een zwaarlijvige taxichauffeur die tot zijn ontsteltenis in de Brusselse hoerenbuurt een vrouw ziet staan die is vastgeketend aan een muur. Op de achterflap van Schakels kunt u al lezen dat Walter haar wil bevrijden. Of dat lukt, weet u halverwege het boek, maar waar het mij nu omgaat is dat Walter, die altijd door rosse buurt rijdt, blijkbaar geen idee heeft wat er allemaal gebeurt. Maar ook dat het blijkbaar mogelijk om zomaar iemand aan de ketting te leggen, zonder dat iemand alarm slaat.
.
Seksslavernij is kortom geen thema. Ook hier in Nederland hebben we maar amper zicht op het probleem. Ook in Nederland hebben we niet meer dan een schatting. En die komt van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Zij schatte het aantal verhandelde vrouwen tien jaar geleden tussen de 1000 en 7000. Maar van duizend tot zevenduizend… dat is nogal een verschil. Dit wijst er eveneens op hoe weinig we überhaupt weten. En het feit dat deze cijfers van tien jaar geleden zijn, omdat ik althans geen actuele cijfers kon vinden, is al even veelzeggend. Ook het lemma Vrouwenhandel op de Nederlandse Wikipedia is sinds 2004 vrijwel onveranderd.
Ik zei het al. Meer dan 15 jaar geleden was vrouwenhandel een thema waar ook ik een enkele keren over schreef, onder meer voor de Volkskrant, Vrij Nederland en HP/deTijd. Ik herinner me nog de nachtelijke tochten met de politie van Antwerpen met wie ik binnentrad in de afwerkfabrieken achter het Eroscentrum van Antwerpen. Ik herinner me de jonge, tengere Oost-Europese vrouwen, meisjes nog, in hun ondergoed en wolken van parfum, die trillend van angst hun verblijfspapieren tevoorschijn haalden. Papieren, zo liet de politie me zien, die bijna allemaal waren vervalst.
Ik herinner me de gesprekken met de daders. Met Doerak bijvoorbeeld, een Russische restauranthouder in Antwerpen die me haarfijn uitlegde hoe zijn vrienden de angst er onder de vrouwen stevig inhield, door bij tijd en wijle een van de meisjes te vermoorden. En ik herinner me Arie de Jong, alias Grotebol, een misdadiger met wie ik in zijn zwarte Mercedes door de Doubletstraat in Den Haag reed waar hij tientallen ramen exploiteerde. De Jong sprak tamelijk open over de business, blijkbaar omdat hij zich onkwetsbaar achtte voor justitie, wat feitelijk ook zo was. Maar wat ik me misschien nog het meeste herinner is de onmacht van concrete politiemensen en maatschappelijk werkers die geen idee hadden wat ze konden doen om de seksslavinnen te helpen.
.
Dat is allemaal vijftien jaar geleden, en sindsdien is er een en ander veranderd ten goede. Om me even tot Nederland te beperken. In 1998 begonnen we hier het aantal mogelijke slachtoffers van mensenhandel te registreren. Politieambtenaren begonnen door te geven wanneer ze vermoedden dat vrouwen slachtoffer waren van mensenhandel. In 1998 registreerden zij bijna 300 mogelijk verhandelde vrouwen. Dit jaar, in 2015 komen we waarschijnlijk uit op zo’n 1500. Dat zijn er zijn er vijf keer zoveel. Nu betekent dat niet meteen dat ook het aantal verhandelde vrouwen vervijfvoudigd is. Het betekent misschien ook dat we er meer op gespitst zijn dat een vrouw een mogelijk slachtoffer van mensenhandel is.
Bovendien heeft de Nederlandse politie nu speciale teams voor prostitutie- en mensenhandel. In Schakels voert Nico de Belgische inspecteurs Goossens en Van Diemen op die tot in Polen toe op zoek gaan naar bewijs tegen een vermeende slavenhandelaar. Omdat te bereiken gaan Goossens en Van Diemen door roeien en ruiten en krijgen daarbij ook nog een steun van hun leidinggevenden bij de politie. Vijftien jaar geleden had ik beide personages volstrekt onrealistisch gevonden. Vandaag acht ik het inderdaad mogelijk dat er Goossens en Van Diemens zijn die zich zo voor verhandelde vrouwen inzetten.
.
Behalve de politie, heeft ook de Immigratie en Naturalisatiedienst IND vandaag meer aandacht voor mogelijke slachtoffers van mensenhandel. Een vrouw uit, bijvoorbeeld Nigeria of Roemenië, die de IND vertelt dat ze verhandeld is, maakt tegenwoordig een redelijke kans op een zogenaamde B9-vergunning. Dat is een status waarmee ze tijdelijk in Nederland mag blijven. Wanneer ze die B9-vergunning krijgt, heeft ze ook recht op onderdak, hulpverlening, een advocaat, ziektekostenverzekering en een uitkering. Al moet ze dan wel meewerken aan de vervolging van de mand die haar gijzelde. Dit zijn regelingen die we alleen maar toe kunnen juichen.
Ook worden vrouwenhandelaren steeds vaker opgepakt en berecht. Bijna 150 keer per jaar is er nu een strafzaak tegen iemand die daarvan wordt verdacht. En de helft krijgt een gevangenisstraf van gemiddeld twee jaar. Ik vind dat veel te weinig, maar het is in elk geval een begin.
Toch is er ook iets gebeurd waar we ons grote zorgen over moeten maken. Vrouwenhandel, seksslavernij, is vrijwel volledig van de publieke en politieke agenda verdwenen. Soms doemt het thema nog op rond de Pooierboys. Althans wanneer die een islamitische achtergrond hebben, want dat is het grote thema van vandaag. Maar dan gaat de aandacht dus niet naar de meisjes en de vrouwen die door hen worden onderworpen, maar om de culturele achtergrond van de daders. Gedwongen prostitutie zelf is nog maar amper een issue en dat zou het wél moeten zijn.
En daarom, juist daarom, vind ik het fantastisch dat Nico het onderwerp nu weer bij de kop pakt. Ik hoop dat het hem via deze fantastische thriller lukt om het thema opnieuw onder de aandacht van een groot publiek weet te brengen.
.
Dank u wel.