In linkse ogen krijgt Obama allengs Messiaanse trekken. Hoogste tijd om zijn betrokkenheid bij het armste deel van de wereld eens kritisch onder de loep te nemen, meent Ralf Bodelier
Grenzeloos lijkt het enthousiasme voor Barack Obama. En toegegeven: ook ik geniet van de nieuwe man in het Witte Huis. Tegelijkertijd heb ik mijn twijfels. Tik bij Google de trefwoorden Obama en ‘messiah’ in en je hebt de keuze uit meer dan drie miljoen hits. En dat zijn dan alleen nog de Engelstalige sites. Onder Obama lijkt het paradijs binnen handbereik. Eindelijk krijgtGods Own Country de president die het toekomt. Na acht jaar Bush daveren vooral linkse mensen van enthousiasme. Maar het optimisme is te groot, te onkritisch, te mateloos. Ook Obama is de Messias niet. In veel van zijn standpunten staat hij dichter bij Wilders en Verdonk dan bij GroenLinks of D66. Daarom enkele kanttekeningen. Op het gevaar af te worden verdacht van Godslastering.
Zo hebben de Palestijnen, om maar ergens te beginnen, van Obama bar weinig te verwachten. Terwijl mensenrechtenorganisaties alarm slaan om de rampzalige ontwikkelingen in de door Israël afgesloten Gazastrook, belooft Obama Israël honderd procent economische en militaire steun. Niet de rechten van Israëli’s én Palestijnen, maar veilige grenzen van Israël zijn de eerste prioriteit. Natuurlijk moest Obama tijdens de verkiezingen dit standpunt innemen om zo steun te krijgen van de pro-Israel lobby. Maar bemoedigend is zijn standpunt niet.
Ook illegale immigranten uit Midden-Amerika, door armoede opgedreven naar de Verenigde Staten, kunnen het onder Obama wel vergeten. De nieuwe president belooft een vele malen krachtiger anti-illegalen-politiek dan onder Bush. Inclusief strengere grenscontroles en forse straffen voor werknemers die illegalen in dienst nemen. En dat terwijl ontwikkelingseconomen erop hameren dat ruime toegang tot de westerse arbeidsmarkten een van de meest efficiënte vorm van ontwikkelingssamenwerking is.
Niet alleen krijgen arme werkers minder kansen op de Amerikaanse arbeidsmarkt. Ook wil Obama Amerikaanse bedrijven ontmoedigen om werk uit te besteden naar andere, veelal arme landen, bijvoorbeeld in Azië. Met verve verdedigt de president elect het protectionisme en staat hij pal voor ‘de bescherming van Amerikaanse arbeiders en Amerikaanse belangen’. Opnieuw zijn ontwikkelingseconomen kritisch: net het uitbesteden van werk naar ontwikkelingslanden is een enorme motor in de bestrijding van globale armoede.
Door de financiële crisis in het rijke deel van de wereld zouden we het bijna vergeten: door het arme deel raast nog steeds de voedselcrisis. Bijna twee miljard mensen zijn zwaar getroffen door de sterk gestegen voedselprijzen. Een van de oorzaken is het toenemende gebruik van voedingsgewassen voor de productie van de biobrandstoffen. Het was McCain – en niet Obama – die zich keerde tegen het gebruik van voedsel voor de productie van biobrandstoffen. Zoals Bush in de greep leek van de olie-industrie, zo lijkt Obama ingepakt door biobrandstof-industrie.
Dan is er nog Afrika. Hier ligt het gelukkig anders. Ongetwijfeld mag het armste deel van de wereld zich verheugen in de speciale aandacht van haar beroemde zoon. Afgelopen zomer deed Obama het voorstel om via een Marshallplan de Afrikaanse armoede te halveren. Dat is hartverwarmend.
Wanneer Obama deze plannen echter doorzet, dan breekt hij niet met Bush maar met zijn partijgenoot Clinton. Het was deze democratische president die de Amerikaanse ontwikkelingshulp halveerde tot een historisch dieptepunt van 0.1 procent. Het was Clinton die bewust wegkeek toen in Rwanda bijna een miljoen Tutsi’s werden uitgemoord en die niets deed toen tijdens de grote Congo-oorlogen meer dan vijf miljoen mensen om het leven kwamen.
Daarentegen was het Bush die de hulp aan Afrika verdrievoudigde, die bijna een miljoen Hiv-besmette Afrikanen aan de aidsremmers hielp, die zorgde dat de handelsstromen met Afrika verdubbelden en die een actieve rol speelde in het beëindigen van de wrede oorlog in Liberia. Wanneer Obama zich om Afrika wil bekommeren, dan treedt hij in de voetsporen van zijn verguisde voorganger. Het zal zelfs nog een hele klus zijn om G.W. Bush in zijn zorg om Afrika te overtreffen.