Vogelvrije vrouwen. Seksslavernij moet weer op politieke agenda

Date: 7 oktober 2001

Vrouwenhandel-in-NederlandEen deel van de prostituees gaat er door de opheffing van het bordeelverbod op vooruit. Een groter deel verdwijnt in de illegaliteit, waar vrouwenhandelaren met geweld de dienst uitmaken. De nieuwe bordeelwet. Goed bedoeld, maar met een averechts effect.

 

Ik loop door de St.Paulusstraat in het Antwerpse Schipperskwartier. Ik stel me de jonge Afrikaanse vrouw van 22 voor, die deze zomer zwaar verminkt in het Stuivenbergziekenhuis werd opgenomen en even later overleed. Volgens de politie kwam zij uit Sierra Leone en werkte als prostituee. Dat deed ze niet vrijwillig maar in lijfeigenschap van de bende die haar in het najaar van 2000 in Europa afleverde. Voor 125.000 gulden ofwel drieduizend klanten, kon de Afrikaanse haar vrijheid kopen. Waarschijnlijk stribbelde ze tegen. Misschien waagde ze te weigeren, waarna de eigenaars haar onder handen namen. De Antwerpse politie zegt niet wát het rapaille met het meisje deed. Toch weet iedereen in het milieu dat de vrouw van top tot teen werd behandeld met een gloeiend strijkijzer. Is het toeval dat haar dood zo wreed was? Is het toeval dat iedereen haar lot kent? Geenszins. Van de naar schatting 1250 prostituees in het Schipperskwartier, is ten minste de helft persoonlijk bezit van vrouwenhandelaren. En soms moet even duidelijk worden hoe verhoudingen liggen.
De statusverschillen tussen vrouwen in de prostitutie zijn groot. Het is nog vroeg in de avond. Ik sta aan de bar bij Mayfair, Gentlemens Nightclub aan de Elandstraat in Den Haag. Een grijzende heer babbelt met een van de prostituees. Een mooie prostituee. Het zijn allen hartverscheurend mooie prostituees, die rond zevenen giebelend binnendruppelden. Zij beschikken over keurige kleedruimtes, douches, een dokterskamer én werken als zelfstandige ondernemers. Mayfair is dan ook geen bordeel, maar een verhuurder van faciliteiten. Voor vijfhonderd gulden per uur mogen haar belle de jours zich met hun clientèle terugtrekken in grote en weelderige kamers, voorzien van bubbelbaden en hoogpolig tapijt. Naar verluid betalen ze aan Mayfair driehonderd gulden aan huur en onkosten. Zelf houden ze dus zo’n tweehonderd gulden per uur over.

In Nederland werkten tot anderhalf jaar geleden tussen de 20- en 25.000 vrouwen als prostituee. Zij werden gedoogd. Maar het gedoogbeleid bood te veel ruimte bood aan dubieuze exploitanten. Van Traa’s IRT-rapport uit 1996 liet er geen twijfel over bestaan dat de handel in wapens, vrouwen en drugs grotendeels in hun handen was. Bovendien waren de werkomstandigheden voor de vrouwen vaak erbarmelijk. Onhygiënisch, geen nooduitgangen, slecht sanitair en in schimmige arbeidsverhoudingen waar vooral de seksexploitant profijt van trok. Reden te over om de seksbusiness te legaliseren. De belangrijkste was evenwel dat veel te veel vrouwen gedwongen werden tot prostitutie. Legalisering moest een einde maken aan het lauwe gedoogbeleid waaronder vrouwenhandelaren hun slachtoffers met busladingen tegelijk aanvoerden.

 

Met instemming van de publieke opinie en volle steun van de héle branche, werd het bordeelverbod precies een jaar geleden opgeheven. Sámen met het gedoogbeleid. Sindsdien is prostitutie een normaal beroep. Dat wil zeggen: voor vrouwen exclusief uit de Europese Unie. Zij moeten bij voorkeur als zelfstandig ondernemer opereren. Ze betalen belasting, dragen sociale premies af en krijgen daarvoor in ruil dezelfde rechten als elke andere Nederlander. Sinds 1 oktober is er zelfs een vakbond voor prostituees, opgezet door stichting de Rode Draad in samenwerking met het FNV. De bordeelhouder dient van onbesproken gedrag zijn. En zijn bedrijf moet voldoen aan strenge eisen van brandveiligheid, hygiëne en werkruimte. Bordeelhouders die zich niet aan de wet houden, verliezen hun vergunning. Illegale, waaronder buiten-Europese prostituees, wacht vervolging en uitzetting.

De nieuwe wet bleef niet onopgemerkt. Naar inschatting van de ondernemers daalde het aantal seksbedrijven binnen anderhalf van ongeveer 3.000 naar ongeveer 1.250. De 1.750 bedrijven die verdwenen, konden of wilden niet voldoen aan de scherpe voorschriften rond hygiëne en arbeidsomstandigheden. Een aantal was zo verweven met de onderwereld dat het vereiste blanco strafblad zelfs bij benadering niet kon worden getoond.

 

Ook het aantal prostituees slonk. Van de 20- tot 25.000 gedoogde prostituees bleven 10- tot 12.000 legale over. Het leven van deze vrouwen is duidelijk verbeterd. Christy ten Broeke, bestuurslid van de belangenorganisatie Rode Draad somt punten van vooruitgang op. ‘Banken en verzekeraars accepteren prostituees steeds vaker als normale klanten. Vrouwen komen sneller in opstand als ze worden achtergesteld. Met de nieuwe prostitutievakbond zal het zelfs niet lang duren tot er een echte prostitutie-CAO wordt afgesloten. Op termijn verwacht ik verwacht dat arbeidsbureaus vrouwen gaan bemiddelen die aangeven in de seksbranche te willen werken.’

Natuurlijk is een jaar na datum nog niet alles geregeld. Ten Broeke: ‘Arbodiensten hebben nog te weinig aandacht voor psychische problemen op de werkvloer. Er zijn nog steeds verzekeraars die prostituees weigeren of hen een te hoge premie laten betalen. En ten onrechte zijn prostituees onderworpen aan een identificatieplicht. Want het zijn geen hooligans en zwartreizigers. Maar ach, we verkeren nog in een overgangsperiode. Veel is er al verbeterd.”

Althans voor de Nederlandse prostituee. Want afgelopen jaar gebeurde er nóg iets opmerkelijks. De prijzen die prostituees vragen aan de onderkant van de markt daalden scherp. Van gemiddeld vijftig gulden voor een dienst, gaat het steeds vaker in de richting van veertig of vijfendertig gulden. Dat is een raadselachtige ontwikkeling. Want door het afnemend aantal prostituees hadden de prijzen immers moeten stijgen. De verklaring ligt voor de hand: er zijn nog net zo veel, zo niet meer prostituees in Nederland dan vóór oktober 2000. Alleen bevinden zij zich niet meer in de officiele seksbedrijven. Een van de grootste raamexploitanten uit Den Haag, de afgelopen maand overleden Arie de Jong, meldde zelfs een leegstand van 85 procent. Eenentwintig van zijn zesentwintig ramen staan leeg. En in zijn straat, de Haagse Doubletstraat, is het sindsdien maar een dooie boel.

 

Vlak voor zijn dood ontmoetten we elkaar in een snackbar aan de Stille Veerkade, bij de Doubletstraat om de hoek. De Jong speelde met zijn mobieltje. Zijn specialiteit waren vrouwen uit Latijns Amerika. En die mogen onder de nieuwe bordeelwet niet meer in Nederland werken. Toch werken ze hier nog steeds, zei de exploitant. In de maanden vóór de bordeelwet van kracht ging, gaven de dames hun klanten visitekaartjes met daarop hun 06-nummer. Zo weten de heren hen nog steeds te vinden. ook al zaten ze niet meer bij De Jong in het raam. De Jong: ‘Nederlandse prostituees zijn er met de nieuwe bordeelwet absoluut op vooruit gegaan. Voor vrouwen uit Zuid-Amerika, Afrika of Oost-Europa is het een drama. Zij zijn nu volledig illegaal en vogelvrij voor criminelen. Ik vrees dat steeds meer meisjes driehoog-achter aan de ketting liggen.’

 

Saturday night fever in het Antwerpse Schipperskwartier. Alle ramen zijn bezet. Wie binnentreedt in de warme, geparfumeerde lucht ontwaart een ruimte met apart getimmerde kamertjes. Boudoirs vol sfeerverlichting, lampen in macramé en candlelightmuziek. Vooral blanke meisjes zitten in het rode Tl-licht. De 22-jarige vrouw uit Sierra Leone werkte waarschijnlijk als animeermeisje vanuit een groezelig café met bovenverdieping aan de St.Paulusstraat. Zwart of blank: al deze vrouwen zijn geparachuteerd in een stad en land waarvan ze soms zelfs de naam niet kennen. De taal is hen vreemd, ze hebben geen geld en geen contacten met ouders en familieleden. Aan de overkant van het raam hangt Russisch en Albanees gajes met messen, vechthonden, mobieltjes en meedogenloos harde handen. Ik loop de ramen voorbij. Her en der zwaaien ze open en ik spreek hun bewoonsters aan. Hoe heet je? Waar kom je vandaan? De namen zijn Oost-Europees; Tatjana, Alissa. De plaatsnamen horen bij kandidaat-lidstaten van de Europese Unie: Praag, Boedapest, Vilnius. Maar hun bleke Slavische gelaatstrekken verraden deze vrouwen. Zij komen eerder uit Wit-Rusland, uit Moldavië en de Oekraïne. Dat bevestigen ook hulpverleners en de Antwerpse politie. Meer dan zeshonderd vrouwen in het Schipperskwartier zijn lijfeigenen. Lang zijn ze nooit in een stad. Voor ze kunnen wennen, worden ze in andere bordelen ondergebracht. Elders in België, in Parijs, in Luxemburg, Duisburg of Rotterdam.

 

Een greep uit de cijfers: volgens ramingen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa OVSE, zijn alleen al in 1997 rond de 175.000 vrouwen uit de voormalige Oostblokstaten naar Europese bordelen verhandeld. Het Oekraïense ministerie van Binnenlandse Zaken, schatte in 1998 dat 400.000 vrouwen via handelaars het land hadden verlaten.

Dit voorjaar liet de Europese Commissie weten dat jaarlijks 125.000 vrouwen over de grenzen van het voormalige Oostblok Europa binnen komen. En Europarlementarier Patsy Sörensen, een van ‘s werelds best ingevoerde bestrijders van vrouwenhandel, schat het totale aantal verhandelde vrouwen in Europa op 700.000.

Midden in het Schipperskwartier runt Doerak een nachtclub. Doerak, dat is Russisch voor zowel schoft als bengel. De Russische maffia noemde hem zo in de tijd dat hij in Boedapest een restaurant bezat. Boedapest is de draaischijf van vrouwenhandel tussen oost en west. De maffia at schaschlik bij Doerak. Ze vergaderde er en testte de koopwaar. Doerak kent de wereld van porno, wapens en vrouwenhandelaars als zijn broekzak. Hij wil niets meer met de mannen in hun zwarte Armani kostuums te hebben. Toch lopen ook nu vaak handelaren mét hun koopwaar bij hem binnen. Die koopwaar is murw geslagen en verlamd van angst.

De meest gruwelijke vorm van intimidatie vond plaats in Boedapest zelf. Vrijwel wekelijks, vertelt Doerak, pikt de maffia een meisje uit het aanbod. Niet het mooiste meisje, zeker niet het meest willige. Ze nemen haar mee, laten haar knielen, zetten een pistool op de fontanel en schieten van boven naar beneden door haar hoofd. Het lijk werpen ze midden op straat uit de auto. Als waarschuwing voor iedereen die het in haar hoofd haalt om tegen te stribbelen. ‘En weet je’, zegt Doerak, ‘ik heb in Boedapest nog nóóit een Belg ontmoet die kwam kopen. Wel veel Nederlanders. Er moet wel een heel grote groep verhandelde vrouwen in Holland werken.’

 

Op de drive-in tippelzone aan de Amsterdamse Theemsweg bijvoorbeeld. Een afgeschermde rotonde vol straatprostituees sinds in 1996. Sindsdien vervijfvoudigde het aantal Oost-Europese prostituees. Hulpverleners aan de Theemsweg vermoeden dat de vrouwen door heel Europa rouleren en dat de meesten van hen verhandeld zijn. Dat geldt ook voor de hoerenbuurt van Groningen. ‘Hier arriveren vrijwel dagelijks verhandelde vrouwen met hun bewakers uit Bulgarije en Albanië’, vertelt Marja ter Horst, vertrouwenspersoon voor Groningse migrantenprostituees. Groningen is nog een van de laatste steden in Nederland dat een gedoogbeleid voert en Ter Horst is content met die uitzonderingspositie. ‘Hier kunnen verhandelde vrouwen in elk geval contact maken met politie of hulpverleners. Elders in Nederland zijn ze overal in het zwarte circuit verdwenen. Voor hen werkte de opheffing van het bordeelverbod volstrekt averechts.’

In Amsterdam en Groningen is vrouwenhandel nog zichtbaar. Elders in Nederland verdienen de vrouwen hun pooiers’ brood in achterkamertjes van koffiehuizen, in bars en disco’s van zakenhotels, in halfverborgen bordelen op het Limburgse platteland, achter een wirwar van 06-nummers of bemiddeld via louche randstedelijke escortbureaus. Het bordeelverbod werd met de meest humane intenties opgeheven, maar heeft haar belangrijkste doelstelling niet gehaald.

Wat nu? Een mogelijke oplossing is eerherstel voor het gedogen. Vervolg illegale prostituees niet langer en verhandelde vrouwen komen weer boven water. Zo krijgen justitie en hulpverlening weer aangrijpingspunten. Een andere mogelijkheid is het feller opsporen, vervolgen en straffen van vrouwenhandelaren. Eind september zetten de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken een opmerkelijke stap in deze richting. Zij sloten een akkoord om vrouwenhandel in de hele unie met ten minste acht jaar gevangenisstraf te beboeten, ingegeven door de snelle stijging van deze ‘afschuwelijke grensoverschrijdende misdaden.’ Een effectieve oplossing ligt ook in het emigratierecht. Wanneer buiten-Europese prostituees formeel toestemming kunnen krijgen om net als aspergestekers of It-specialisten in Nederland te werken, worden vrouwenhandelaren uit de markt gedrongen. Maar waar de oplossingen zich ook bevinden, de wet moet terug naar de Tweede Kamer. En snel.

 

 

 

Leave a Reply

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.

single.php