Door: Henk Erinkveld CSsR, Gerardus Magazine, voorjaar 2022
Al 16 keer ging ik met een groep mensen op PeerkePad tussen Wittem (Gerardus) en Tilburg (Peerke Donders). De meest ‘spraakmakende’ pelgrimsweek was misschien die van juni 2013, toen Ralf Bodelier meeging. Deze filosoof en publicist komt uit het bij Wittem gelegen Lemiers en woont nu in Tilburg. Na zijn jeugd (hij is van jaargang 1961) vertrok hij uit het oerkatholieke Zuid-Limburg naar het wereldse en multiculturele Tilburg. Niet alleen letterlijk; van een brave misdienaar werd hij atheïst. Bekend, zeg maar berucht, werd hij in 2001 door een lang en fel artikel in Dagblad Trouw ‘En daarom noem ik me atheïst’.
Wat deed een atheïst op het PeerkePad?
“Een persbericht over die zevendaagse pelgrimstocht maakte mij nieuwsgierig. Ik wilde die tocht weer eens maken: van Limburg naar Tilburg, maar nu met pelgrims: wat beweegt hén?” Ralf zorgde onderweg en ’s avonds bij een glas bier voor lange, levendige gesprekken met de 15 andere pelgrims. Hij ontdekte dat het katholicisme waartegen hij vocht eigenlijk niet meer bestaat: “Steeds meer katholieken zijn ook zoekende mensen, die het beste met hun medemensen voor hebben. Ik werd ook geraakt door de bezinningsmomenten onderweg over de werken van barmhartigheid: oude christelijke waarden kregen voor mij ineens betekenis door de vertaling naar nú. PeerkePad was een ommekeer voor mij. Ik ging anders tegen geloof en godsdienst aankijken. Ook al bleef ik ongelovig, ik ging zelfs weer naar de kerk en en verbreng soms dagen in kloosters. Achteraf ben ik niet zo trots op dat artikel in Trouw.”
Vorig jaar kwam ik de naam van Ralf Bodelier weer tegen in tijdschriften waarin hij verslag doet van opnieuw een pelgrimstocht. Dit keer een heel bijzondere: van Jeruzalem naar Bouillon. Daar wilde ik meer van weten. Een maand nadat hij zijn omgekeerde kruistocht had voltooid, zitten we in onze nieuwe Scala-ontmoetingsruimte aan de grote leestafel.
Ralf, waarom opnieuw op pelgrimstocht?
“Blijkbaar heb ik grote plannen nodig. Tijdens een vakantie met vrouw en dochter bezochten we in de Ardennen het kasteel van Bouillon, van ridder Godfried die in 1096 de eerste kruistocht leidde om Jeruzalem te heroveren op de moslims. Daar kwam ik op het idee om die kruistocht te herhalen, maar dan in omgekeerde richting. Net als mijn vriend Herman Vuijsje, die als ‘pelgrim zonder God’ van het ‘religieuze en middeleeuwse’ Santiago de Compostela liep naar het ‘goddeloze en moderne‘ Amsterdam. Een collega-filosoof vroeg zich af of mijn anti-kruistocht toch ook geen bedevaart was. Wilde ik onbewust geen boete doen voor de slachtpartijen die Godfried en de zijnen onderweg en in Jeruzalem hadden aangericht?”
Een omgekeerde kruistocht…
“Mijn bedoeling was een project van één jaar, maar het werden er twee, vanwege corona. Twee keer dwong een lockdown mij om terug naar Nederland te gaan. In Bulgarije kreeg ik stevige longontsteking; in het ziekenhuis daar bleek het corona te zijn. Ik liep 4075 kilometer in 315 dagen, verspreid dus over twee jaar. Dat is gemiddeld 13 km per dag. Tegenover elke dagmars van 26 km stond een dag achter mijn laptop, want ik schreef columns en artikelen voor enkele kranten en tijdschriften. Daar verdiende ik mijn geld mee; ik speelde qua kosten aardig quitte”.
Veel van zijn impressies heeft hij verzameld op zijn website www.ralfbodelier.nl Bij de start schreef hij: “Tot op vandaag bepaalt de Eerste Kruistocht ons beeld van de wereld. Sinds Godfried zien veel Oosterlingen het Westen als wreed en barbaars. Westerlingen ervaren het Oosten als oorlogszuchtig, onderdrukkend en achterlijk. Ik wil de werkelijkheid achter dat beeld onderzoeken en loop hem dus in omgekeerde richting. Godfried reisde met het zwaard en als vrome christen. Ik loop met laptop, camera, en, hopelijk, met een open oog en luisterend oor.“
Wat heeft deze tocht jou opgeleverd?
“Een schat aan ontmoetingen en ervaringen. Je vindt ze terug in mijn artikelen en een boek dat in 2023 wordt uitgegeven. Ik begon vooral mijn vrijheid te waarderen. Wandelen maakt vrij; het onthecht je. Je bent vrij van materie, van routines, van verplichtingen en de zorgen van alledag. In die vrijheid ontstaat ruimte om na te denken, om te zien wat je eerder niet zag; om afscheid te nemen van oude ideeën. Om problemen te overdenken waarvoor je eerder de tijd niet nam. Tijd om nieuwe inzichten te ontwikkelen.
Wandelen ís vrijheid. En juist wanneer je je vrijheid ontdekt, is het de onvrijheid van anderen die opvalt. Nooit eerder zag ik zo scherp de onvrijheid van Israëli’s bedreigd door Iran, Hezbollah of Hamas, én van de vijf miljoen Palestijnen, door diezelfde Israëli’s opgesloten achter hoge muren. De onvrijheid van Syrische vluchtelingen in hun krotten langs de Libanese kust. Die van Koerden en homo’s in Turkije. De onvrijheid van eenzame ouderen, achtergebleven in hun lege dorpen op het Bulgaarse platteland. Door hun onvrijheid, realiseer ik me meer dan ooit hoe vrij ik ben”.