Yilmaz is de eerste Nederlandse jihadist in Syrië die ooit voor de Nederlandse televisie werd geïnterviewd. De eer kwam toe aan Nieuwsuur (26 januari 2014) en ik vond het gesprek fascinerend. Eindelijk kwam zo’n jongen eens zelf aan het woord. Eindelijk kreeg een van de, naar schatting, 120 Nederlandse jihadisten zélf de kans om zijn verhaal te doen. Al weet je natuurlijk maar nooit hoe Nieuwsuur zo’n interview monteert en wat het eruit knipt. [Tijdschrift Berne, voorjaar 2014]
Yilmaz bleek een voormalig Nederlandse militair, die zijn kennis nu inzette om andere Jihadisten te trainen. Nieuwsuur stelde hem ongekookte vragen. ‘Hoor je bij Al Qaida?’ ‘Ben je van plan aanslagen te plegen in Nederland?’ Het waren vragen waarop Yilmaz eenduidige antwoorden gaf. Nee, hij was geen lid van Al Qaida. En nee, hij was volstrekt niet van plan om in Nederland geweld te plegen. Nederland was een goed georganiseerd land en hij zou graag zien dat het na-oorlogse Syrië iets van die kwaliteit zou overnemen. Zou hij Syrië overleven en naar Nederland terugkeren, dan zou hij eerst zijn moeder knuffelen en daarna een Kapsalon of portie Sushi eten.
Het was Yilmaz maar om één ding te doen: onschuldige Syriërs beschermen tegen de moordenaars van Assad. Dat hij zich bij de opstandelingen had gemeld, kwam omdat niemand het bloedvergieten in Syrië leek te interesseren. Wanneer Nederland ooit zou besluiten troepen naar Syrië te sturen, zou hij zich als eerste melden. Nooit, zei Yilmaz, zou hij geweld plegen tegen iemand die zelf niet gewelddadig was. En ja, vanzelfsprekend waren hij en zijn broeders van plan om van het na-oorlogse Syrië een islamitisch land te maken.
Maar eigenlijk verwachtte Yilmaz niet dat hij de oorlog zou overleven. Hij was bereid om voor zijn missie te sterven.
Yilmaz kwam sympathiek over. Open lach, grote vriendelijke ogen en een, naar het zich liet aanzien, oprecht verhaal. Ik moest me dwingen om me een Yilmaz voor de geest te halen die op andere mensen schoot, want het pistool dat hij onder zijn oksel droeg hing daar waarschijnlijk niet voor de lol. En ik dacht aan zijn moeder die nu ook naar Nieuwsuur keek en besefte dat ze haar jongen waarschijnlijk nooit meer terug zou zien.
Diezelfde nacht droomde ik over Yilmaz. Ik droomde hoe ik in Syrië was verdwaald en vertwijfeld door het land strompelde. Tot ik op Yilmaz stootte die mij onder zijn hoede nam, beschermde en weer over de grens met Turkije zette. Blijkbaar had Yilmaz nogal wat indruk op me gemaakt.
Dat was bepaald niet het geval met de terrorismedeskundige die door Nieuwsuur om commentaar werd gevraagd. De man vertelde nog maar eens hoe gevaarlijk deze jongens waren en dat we hen goed in de gaten moesten houden. Ik had liever iemand gezien die me nu eens uit kon leggen waarom knullen als Yilmaz hun leven op het spel zetten om de levens van anderen te beschermen. Ja, ik nam Yilmaz op zijn woord.
Ik nam Yilmaz op zijn woord, zoals ik ook hulpverleners van Stichting Vluchteling op hun woord neem, wanneer deze met gevaar voor eigen leven Syrië binnengaan om mannen, vrouwen en kinderen uit Aleppo in veiligheid te brengen. Ik nam Yilmaz op zijn woord, zoals ik vrijwilligers van Artsen zonder Grenzen op hun woord neem wanneer zij zeggen dat ze in Homs blijven omdat er anders niemand meer is om voor de gewonden te zorgen. Ik nam Yilmaz op zijn woord, zoals ik Nederlandse militairen op hun woord neem, wanneer deze zeggen dat zij een bijdrage willen leveren aan de vrede in Mali of Afghanistan. Waarom zou ik andere maatstaven aanleggen bij Yilmaz? Omdat hij moslim is? Omdat je moslims niet op hun woord kunt nemen?
Wat me raakte en waarover ik droomde, is wat me ook treft in de verhalen van de hulpverleners van Stichting Vluchteling of Artsen zonder Grenzen. Het is het inzicht dat sommige dingen je heilig kunnen zijn. Dat het leven van mensen in oorlogsgebieden je heilig kan zijn. En dat je daarvoor ook je eigen leven in de waagschaal kunt stellen. Jongens als Yilmaz worden door onze terrorismedeskundigen per definitie weggezet als bloeddorstige avonturiers of als fanatieke martelaren op weg naar het paradijs.
Omdat een jihadist nu eens zélf aan het woord kwam, hoorden we een heel ander verhaal. Yilmaz vertelde ons simpelweg dat hij zich niet langer wilde schikken naar een wereld waarin alles onderhandelbaar is. Een cynische wereld waar de slachtoffers van Homs en Aleppo niet meer zijn dan schaakstukken in een wreed geopolitiek spel om macht, invloed en aanzien.
Alleen een wereld die het waard is om in te leven, is het ook waard om voor te sterven.