In de afgelopen eeuwen verdwenen slavernij en de doodstraf loopt op zijn laatste benen. Kan oorlog niet ook verdwijnen?
Ralf Bodelier, Regionale dagbladen, 4/5 mei 2019
4 en 5 mei komen er weer aan. Het zijn dagen waarop we de wens uitspreken dat het nooit meer oorlog wordt. Hoe realistisch is deze wens? Hebben mensen niet altijd oorlog gevoerd en zullen ze dat niet altijd blijven doen? Sinds 1500 stierven wereldwijd zo’n 150 miljoen mensen door oorlogsgeweld. Er is geen enkele garantie dat dit de komende eeuwen niet opnieuw zal gebeuren. Toch zou oorlog ook kunnen verdwijnen. Andere eeuwenoude gruwelijkheden zijn immers ook verdwenen.
Tweehonderd jaar geleden bevond driekwart van de wereldbevolking zich nog in slavernij of lijfeigenschap. Nooit had een samenleving bestaan zonder slavernij. Dus waarom zou het ooit veranderen? Het liep anders. Vandaag is officiële slavernij – afgezien van kleine gruwelregimes als IS of Boko Haram – wereldwijd afgeschaft.
Nog maar twee generaties geleden kenden vrijwel alle landen de doodstraf. Nooit was het anders geweest. Doorgaans werden executies op straat voltrokken. Nog in juni 1939 depten voorbijgangers in Parijs hun zakdoeken in het bloed van seriemoordenaar Eugène Weidmann. Onder ruime publieke belangstelling was hij op de stoep voor de gevangenis van Saint-Pierre onder de guillotine geschoven en onthoofd. Weidmann was de laatste boef die in het openbaar werd onthoofd. Dat het onthoofden volledig uit Frankrijk zou verdwijnen, konden maar weinigen zich voorstellen. Toch stierf in 1977 de laatste veroordeelde onder de valbijl. Nederland was in 1952 al gestopt met het executeren van misdadigers.
Met de gruwelen in Syrië op ons netvlies, is het ook moeilijk voorstelbaar dat onze kleinkinderen geen oorlog meer zullen kennen. Toch zijn er ontwikkelingen die daar op wijzen.
Een van die aanwijzingen is het wereldwijd dalende aantal oorlogen. Van grote oorlogen, waarin jaarlijks meer dan tienduizend mensen sterven, zijn er nog maar drie over: Syrië, Afghanistan en Yemen. Alle drie zijn het burgeroorlogen. Met het beperkte conflict tussen Rusland en Oekraïne als uitzondering, worden tussen landen geen oorlogen meer uitgevochten. Het overgrote deel van de wereld is volledig oorlogsvrij. Nooit eerder in de geschiedenis kwam zoiets voor.
Een andere aanwijzing is het sterk dalende aantal oorlogsdoden. De laatste complete cijfers komen uit 2017. Toen stierven wereldwijd 90.000 mensen door oorlogsgeweld. Wanneer je dit aantal verrekent met de wereldbevolking van 7,5 miljard mensen, dan was de kans om in 2017 door oorlog te sterven ongeveer één op 82.000. Vijftig jaar eerder, in 1967, was die kans nog één op de 30.000. Weer vijftig jaar eerder, in 1917, was de kans meer dan één op de 500.
Een van de belangrijkste redenen achter het dalende aantal oorlogen en oorlogsdoden, is dat we oorlog niet meer zien als oplossing voor onze conflicten. Na de onvoorstelbare verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, begonnen we met het uitpraten van onze problemen. Een wereldom-spannende organisatie als de Verenigde Naties, maar ook de Europese Unie en vredesbewegingen als Pax Christi en het IKV kunnen daarvoor niet genoeg geprezen worden.
Een andere reden is dat oorlog illegaal is verklaard. Ooit had een land simpelweg het recht om oorlog te voeren wanneer het zich beledigd voelde of aanspraak dacht te maken op andermans bezit. Vandaag moet je voor een oorlog toestemming vragen aan de Veiligheidsraad.
Bovendien zijn oorlogen veel te kostbaar geworden. Door onze verwoestende wapensystemen, komt iedereen als verliezer uit de bus. In plaats van elkaar met raketten te bestoken, is het een stuk voordeliger om met elkaar handel te drijven. Of aan elkaar te verdienen door in elkaars land op vakantie te gaan. Ook doet het ertoe dat inmiddels 4 miljard van de 7,6 miljard mensen in een democratie wonen. In democratieën maken oorlogszuchtige politici doorgaans weinig kans.
De belangrijkste verandering en de grootste vooruitgang, speelt zich af in onze hoofden. Vonden we het tot ver in de vorige eeuw nog volstrekt normaal om conflicten op te lossen mét geweld, vandaag vinden het al even normaal om dat te doen zónder elkaar de hersens in te slaan.
Door elkaars landen te bereizen, door elkaars boeken te lezen en films te bekijken, maar vooral ook door elkaar in Helmond of Eindhoven tegen te komen op school of in de supermarkt leren we elkaar kennen als medemensen.
Het idee dat het nobel, heldhaftig en, vooral mannelijk is om je medemens met sabel en mitrailleur te vernietigen, inclusief zijn scholen, ziekenhuizen en fabrieken, is net zo absurd geworden als de slavernij of het publiekelijk onthoofden van misdadigers.
Op 5 mei vieren we onze vrijheid. Op 4 mei herdenken we onze doden. Het zijn mooie dagen om eens te dromen over een wereld zonder oorlog. Misschien is zo’n wereld wel dichterbij dan we durven te hopen.