Corona en Q-koorts, criminele bendes, megastallen en het FvD in het provinciebestuur: Brabant staat volop in de schijnwerpers. Deze zomer verkent Ralf Bodelier zijn provincie te voet. In deel 2: nog eens keer iets over Brabant, het FvD en dan verder. Plus de romantische erfenis van het Zwart Front.
De Groene Amsterdammer, 31 mei 2020
Hoewel Thierry Baudet zich profileert als christenvriend, wil de Tilburgse Trappistenabdij van Koningshoeven niets met het Forum voor Democratie te maken hebben. Een lange wandeling van Koningshoeven naar het nabijgelegen Oisterwijk, schonk me alle ruimte om daarover na te denken, te redeneren en af te wegen. En zoals dat dan gaat, kwamen meteen weer nieuwe vragen op. Nog één keer dus Brabant, het Forum en Baudet. Daarna hou ik er over op.
Oisterwijk is een welgesteld dorp vol villa’s en lokale chic, omgeven door bossen en vennen. Het telt 20 duizend inwoners, een asielzoekerscentrum en een florerende toeristenindustrie. De terrassen aan De Lind zijn nog coronagesloten. Volgende week gaat alles weer open. Via de Lind wandel ik naar het kerkhof achter de Joanneskerk.
In 1965 werd daar Arnold Meijer begraven, leider van het vooroorlogse Zwart Front. Want in de jaren ’30 was Oisterwijk het epicentrum van het Brabants fascisme en werd Zwart Front een concurrent van de noordelijke NSB. Het is even zoeken voordat ik Meijer vindt. Twee vierkante meter groen vlakbij het centrale kruisbeeld is alles wat nog aan hem herinnert. Zijn grafsteen is onlangs weggehaald, onder meer om te voorkomen dat het een bedevaartoord wordt voor nieuwe fascisten. Zeker nu in het Brabantse provinciebestuur het Forum voor Democr…
Oei… hier ga ik veel te snel. Voor je het weet, denken lezers van de Groene dat het Forum in Brabant oppermachtig is of dat de provincie wordt bestuurd door fascisten. Het is beter om dit artikel opnieuw te starten.
Welnu. Wandelen door Brabant, is wandelen door de enige provincie waar het Forum voor Democratie in het provinciebestuur zit. Dat het FvD hier nu meebestuurt, was niet noodzakelijk. Beide andere grote partijen, de VVD en het CDA, hadden ook een meerderheid kunnen vormen met enkele linkse partijen. Ze gaven de voorkeur aan het Forum. Blijkbaar valt er vanuit het partijkartel prima compromissen mee te sluiten.
Afgelopen maand publiceerde de coalitie van VVD, FvD, CDA en ‘Lokaal Brabant’ haar nieuwe bestuursakkoord. Hoewel het grossiert in standpunten die ook links zouden moeten bevallen -rond mensenrechten, tolerantie, participatie, reductie CO2, biodiversiteit, ecologische verbindingszones, kringlooplandbouw en Europese integratie- trok het meteen vuur. Zo vertraagt het nieuwe bestuur het strenge stikstofbeleid van de vorige coalitie. Brabantse boeren hoeven hun verouderde stallen niet al in 2022 te vervangen maar pas in 2024. Ook bezuinigt de coalitie ongeveer een derde op kunst en cultuur. Beiden worden daarbij ondergebracht in de nieuwe portefeuille ‘Vrije Tijd’.
Eén op de zeven Oisterwijkers stemde op het Forum. Lopend over de Lind zie ik een moeder die met haar kinderen uit de HEMA komt, een dame in haar scootmobiel, een verkoper van ijsjes, een fietsende ambtenaar, twee vuilnisophalers en enkele heren van de groenvoorziening. Ze weten allen dat Baudet flirt met xenofobe en zelfs fascistische denkbeelden, inclusief homofobie, vrouwonvriendelijkheid en racisme.
En toch kan ik me maar amper voorstellen dat deze Brabanders worden aangetrokken door Baudets boreale fantasieën over homeopathische verdunning van het eigen volk. Feitelijk kan ik me dat bij veel sympathisanten van het Forum niet voorstellen. Wanneer mijn voorstellingsvermogen me niet bedriegt, wat is het dan wel dat deze kiezers in hem aantrekt?
Geen betere plaats om daarover te mijmeren en te speculeren dan bij het graf van Arnold Meijer. Als flamboyante rechtsbuiten wist hij begin vorige eeuw ook veel Oisterwijkers aan te spreken. In de jaren ’30 werden vanuit dit dorp ruim dertig afdelingen van Zwart Front aangestuurd. Meer dan zestig duizend mensen bezochten Meijers voordrachten in aanloop naar de verkiezingen van 1937. In Oisterwijk, maar ook in Breda en Nijmegen vonden ware veldslagen plaats tussen de politie en Zwart Fronters. Meijer werd meerdere keren gearresteerd. In het voorjaar van ’37 zat hij twee maanden in de gevangenis van Breda. Daar schreef hij, net als Adolf Hitler in 1924, een boek over zijn politieke ontwikkeling.
Meijer verwachtte in mei 1937 veel van de Tweede Kamerverkiezingen. Maar ze pakten desastreus uit. De katholieke bisschoppen bevalen hun gelovigen op de Rooms-katholieke Staatspartij te stemmen en de lagere geestelijkheid zette dat bevel om in een regelrecht verbod om het Front te kiezen. Niet één parlementszetel wist Meijer te veroveren, waarna de ondergang van de partij inzette. In april 1940, een maand voor de Duitse inval, hief Zwart Front zich op. Het hoofdkwartier in Oisterwijk ging dicht. Meijer werd de leider van een nieuwe, in Den Haag gevestigde partij, het ‘Nationaal Front’. In 1941 verboden de Duitsers deze club. Arnold Meijer trok zich terug, kreeg na de oorlog enkele jaren gevangenisstraf en raakte in de vergetelheid.
Tussen het Zwart Front en het Forum voor Democratie, tussen Meijer en Baudet leeft een wereld van verschil. Terwijl Meijer en zijn aanhangers marcheerden in militaire uniformen, loopt Baudet in pak met stropdas. Het vooroorlogse fascisme riep op tot strijd, oorlog en geweld, Baudet zet vooralsnog in op humor, lavendel en Puccini. Het Zwart Front was ronduit antisemitisch, het Forum veroordeelt het antisemitisme onder zijn aanhangers. Het FvD is inmiddels een gevestigde partij, Meijer wist nooit door te breken.
Er is ook een wereld aan overeenkomsten. Net als Thierry Baudet richtte Arnold Meijer zich maar amper op concrete problemen die om concrete oplossingen vroegen. Ook Meijer zoomde uit en ontwaarde niet minder dan het complete verval van de Nederlandse en Europese beschaving. In brochures met titels als ‘Wij vergaan’ schreef Meijer dat Nederland en Europa waren aangetast door een ‘verrottingsproces’ waardoor ze zouden veranderen in een mestvaalt.
De term partijkartel bestond nog niet, maar volgens Meijer was bevlogenheid in de vaderlandse politiek ver te zoeken. Het ‘lompe getal’ overheerste en de gevestigde partijen bedisselden alles via stiekeme compromissen. Eerbiedwaardige en nationale tradities waren volgens Meijer allang verdrongen door buitenlandse stromingen als het liberalisme, kapitalisme en communisme.
En zoals Baudet zijn tegenstanders samenvat onder de term ‘cultuurmarxisme’, deed Meijer dat met de term ‘cultuurbolsjewisme’. Voor Thierry Baudet is het FvD de Partij van de Liefde. ‘Wij doen dit omdat we zielsveel van ons land houden.’ Ook Arnold Meijer dweepte met de liefde. Liefde dient aan alles vooraf te gaan. En aangezien de ware liefde, de liefde voor het eigene is, zal deze al snel uitmonden in vaderlandsliefde.
In het nieuwe Brabantse bestuursakkoord is van dat alles weinig te merken. Wanneer de invloed van het Forum ergens voelbaar is, dan is dat op dossiers als landbouw en cultuur. Baudet ontdekt de landbouw wanneer boze boeren in oktober met hun trekkers over het Malieveld koersen. Meijer ontdekte de boerenstand toen een groep lokale boeren in problemen kwam in het land van Maas en Waal. Meijer reisde meteen naar hen af en sprak hun vergaderingen toe. Samen met deze boeren keerde hij zich tegen de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, de voorloper van de ZLTO.
Ook is Baudet niet de eerste politicus met expliciete minachtig voor hedendaagse cultuur. ‘Ik ben tegen moderne kunst’ sprak hij bij zijn aantreden als lid van de Kunstcommissie van de Tweede Kamer. Ver-volgens pleitte het Kamerlid voor trotse schilderijen over onze geschiedenis en voor glazen zuilen met daarin handschriften van grote mannen uit onze trotse natie. Arnold Meijer zag het niet anders. Kunst moest weer katholiek en figuratief zijn en diende het volk tot het fascisme te inspireren.
Nabij Meijers voormalige graf tref ik een bejaard heertje met waterkan. Hij wijst me de plek waar de partijleider lag en kan zich ook de uitvaart van Meijer nog goed herinneren. Vanuit diens villa, het oude hoofdkwartier, werd de fascistenleider op een platte boerenkar naar het kerkhof gereden. Daar kreeg hij een ereplaatsje aan het middenpad, te midden van de pastoors van Oisterwijk.
De oude heer vond het een mooi schouwspel. Helaas kan of wil hij zich niet herinneren hoe hij zélf over Meijer dacht. Ook weet hij niet meer waar Meijer voor stond. ‘Maar de éne helft van Oisterwijk was tegen Meijer, de andere voor’.
Ik verlaat het kerkhof, wandel het dorp uit en buig af, richting Hilvarenbeek. Het oude heertje blijft door mijn hoofd spelen. Ik geloof hem wanneer hij zegt dat niet meer weet wat Meijer vond en of hij voor of tegen was. Wat me bezig houdt is dat hij zich Meijers begrafenis, 55 jaar geleden, wél nog herinnert als de dag van gisteren. En dan vooral die boerenkar, de lijkstoet, de villa en de reuring die Oisterwijk verdeelde.
Al lopend begint het te dagen. Plots zie ik wat Meijer en Baudet ten diepste verbindt. En wat ten minste voor een deel Baudets aantrekkingskracht verklaart; zowel in Brabant als in de rest van Nederland. Net als Meijer is Baudet een volbloed romanticus. En de romantiek, zo leerden we al op school, stelt het voelen en de warme beleving voorop. De verlichting daar-entegen, heeft een voorkeur voor het denken en de koele analyse. Alleen al om hun hartstocht raken romantici vaker de harten van hun kiezers.
Romantici zien problemen in een grote, holistische samenhang. Verlichters isoleren problemen, breken ze in stukken en maken ze oplosbaar. Romantici wensen alles in één groot gebaar te veranderen, verlichters proberen moeilijkheden één voor één op te lossen.
Met hun warmbloedige optreden en grootse vergezichten weten romantici zich uitstekend in de kijker van de media te spelen. Van hun verlichte tegenspelers zien we vooral procedures, innovaties en aanpassingen.
De romanticus wordt nogal eens bewonderd als revolutionaire vernieuwer, de verlichter krijgt het verwijt een technocratische stofjas te zijn. En terwijl de romanticus speelt met zin, kwaliteit en spiritualiteit, moet de verlichter het doen met nut, kwantiteit en waarheid.
Geen wonder dat de politieke romantiek heel wat aantrekkelijker klinkt, oogt en smaakt dan de politieke verlichting. Geen wonder dat Baudet onze aandacht blijft trekken en niet Wouter Koolmees.
De romantiek is niet specifiek links of rechts. Onder het romantische ideaal vallen ook de tegencultuur van de jaren ’60 en grote delen van de huidige milieubeweging. De romantiek voert niet alleen tot radicaal rechtse opvattingen, ze kan evengoed leiden tot een radicaal linkse politiek. Nergens anders kwam dit in de jaren ’70 van de vorige eeuw beter aan het licht dan in Hilvarenbeek.