Ralf Bodelier. Financieele Dagblad. 25 september 2021
Wandelend van Jeruzalem naar Bouillon heb ik mijn overnachtingen niet altijd voor het uitkiezen. Mijn budget is bescheiden, de keuze beperkt. Zo beland ik in het Hongaarse Szombathely in een nieuw en sneeuwwit gebouw met Szövő Szálló op de gevel. De accommodatie ligt op een vervallen industrieterrein en de kamers zijn goedkoop: 22 euro per nacht. Je krijgt er een grote heldere ruimte met twee bedden, nachtlampjes, spiegel, kast, televisie, koelkast, snel internet, een tafel met twee stoelen plus een droogrekje. Douche, toiletten en een ruime keuken zijn op de gang. Bijzonder gezellig kun je het Szövő Szálló niet noemen. Wel bijzonder ruim, schoon en efficiënt.
Het valt me op dat de mensen in de keuken en op de gang peziger zijn dan de doorgaans dikke Hongaren. De mannen hebben gemillimeterd haar. De vrouwen dragen trainingspakken. Ik kan hun taal niet thuisbrengen. Op de prikborden hangen teksten in het cyrillisch. Waar komen zij vandaan? Waar ben ik eigenlijk beland? Googelen brengt uitkomst. Ik bevind me in de Hongaarse variant van het Polenhotel. Alleen zitten hier geen Polen maar Oekraïners.
Het bedrijf dat dit enorme gebouw neerzette heet ‘Staff House’ en runt 50 locaties in heel Hongarije. Wanneer ze allemaal zo keurig zijn als het Szövő Szálló, dan worden de Oekraïense werkers in Hongarije heel wat menselijker gehuisvest dan de Roemenen of Bulgaren in Nederland.
Wat doen die mensen hier? Het Hongarije van Orbán is niet bepaald gastvrij voor vreemdelingen. Maar Hongarije is ook een land waar de bevolking krimpt. Sinds de toetreding tot de Europese Unie zochten nogal wat Hongaren een betere toekomst elders. Bovendien daalt het aantal kinderen per vrouw. Telde het land in 1981 nog 10,7 miljoen mensen, vandaag zijn het er 9,7 miljoen. En dan neemt ook nog eens de vergrijzing toe.
Orbán heeft dan ook weinig keuze. In juli stond hij uitzendbureaus toe om arbeiders van buiten de EU te werven. Inmiddels hebben de tienduizenden Oekraïners in Hongarije gezelschap van bijna vijftig duizend migranten uit India, Vietnam en China. Het tegenhouden van vluchtelingen is politiek. Het binnenhalen van arbeidsmigranten is economie.