Bulgarije is het armenhuis van Europa. Bulgarije is het land met een gemiddeld inkomen van zo’n 650 euro per maand en waar een kwart van de bevolking lijdt aan obesitas. Bulgarije is ook het Europese land waar we vrijwel nooit komen waar we dus het minst van af weten.
Dat hád in de afgelopen maanden kunnen veranderen. Want overal in het land wordt grootschalig gedemonstreerd tegen de zittende regering van premier Boyko Borisov. Volgens de demonstranten doet die regering veel te weinig tegen de armoede en is ze door en door corrupt. In Nederland dringen die protesten maar amper door, want corona blijft het nieuws beheersen.
Het is nog zomers warm in Bulgarije. Ik eet op een terras in Razgrad, stadje in het noordoosten van het land. De jonge serveerster spreekt me aan. ‘Komt u uit Nederland?’ ‘Jazeker. Dat u dat raadt! ‘U ziet ook zo Nederlands uit! Ik was twee keer in Nederland, bij mijn vriend. In Spijkenisse. Zodra corona voorbij is, ga ik weer. Dan blijf ik voorgoed in Nederland.’
Ze meent het. Ik schat haar rond de 19 en bereid om alles achter zich te laten voor een toekomst in Spijkenisse. Ze is de enige niet. Van de negen miljoen Bulgaren in 1989 vertrokken er sinds de val van het communisme maar liefst 2 miljoen naar het buitenland. Volgens prognoses zullen de komende tien jaar nóg eens 2 miljoen Bulgaren het land verlaten. Die leegloop is goed te zien. Ik wandel door uitgestorven dorpen en langs dode flatgebouwen. Fabrieken staan massaal leeg en worden teruggenomen door de natuur.
400 duizend Bulgaren demonstreren voor een beter bestaan. Vijf keer zoveel Bulgaren plannen een leven in West-Europa. Feitelijk is de keuze eenvoudig. Je bent jong en je weet dat je het de komende tien, twintig jaar moet gaan maken. De kans dat je in die periode Bulgarije ziet veranderen in een eerlijk en welvarend land is heel wat kleiner dan dat je in die tijd een fatsoenlijk bestaan opbouwt in Spijkenisse. Gaat Bulgarije er toch fors op vooruit, dan kun je altijd nog terug naar Sofia, Razgrad of de overrompelde bergen bij Pirin. Vooralsnog kiezen de meeste Bulgaren met hun voeten. En ik geen hen geen ongelijk.