Nog nooit zo veilig, nog nooit zo bang

Date: 17 december 2011

 

bange-vrouw-achter-raam-300x225

Onze achterdeur blijft nooit meer open. Steeds minder kinderen spelen nog op straat uit angst hun moordenaar tegen het lijf te lopen. De auto van morgen start alleen wanneer hij contact maakt met het lichaam van de eigenaar.  (FD Outlook. September 2011)

 

De veiligheid van onze gehaktballen wordt gegarandeerd door maar liefst tien wetten en bewaakt door een myriade van inspectiediensten. In Den Haag zetelt een Nationaal Coördinator Terrorisme-bestrijding met een staf van honderd medewerkers.

Ongemerkt is Nederland veranderd in een high security country waar we elk gevaar, elke dreiging en het kleinste risico identificeren, analyseren, afdekken, voorkomen of uitbannen.
Ontspannen maar, zou je zeggen. Relax. Het leven wordt met de dag veiliger. In 2001 werd bij een op de 170 Nederlanders ingebroken, in 2010 was dat bij een op de 270. De kans op inbraak daalde daarmee tot 0,37 procent. De kans dat een kind op straat iets wordt aangedaan, is minimaal. In 2010 kwamen zestien kinderen door geweld om het leven. Daarvan werden er vijftien door de eigen ouders vermoord in de eigen woning.

 

De uitzondering was Milly Boele, een drama zó zeldzaam, dat we wekenlang over niets anders spraken. Onze gehaktbal is al even veilig. De meest gevaarlijke ziekte die ooit via voedsel werd verspreid is Creutzfeldt–Jakob. Deze kostte de afgelopen vijftien jaar aan 213 mensen het leven: wereldwijd. De Varkenspest eiste vorig jaar niet één mensenleven.
En terrorisme is in Nederland zó uitzonderlijk, dat je je afvraagt wat de Nationaal Coördinator de hele dag uitspookt. Terrorisme is een verschijnsel uit de gezapige jaren ’70 die overigens flink werden versjteert door de Rote Armee Fraktion en de Mulukkers, de ETA en de IRA, Zwarte September en de Rode Brigades. Waarschijnlijk waren we nog nooit zo veilig als vandaag. En toch waren we nog nooit zo bang. En die angst lijkt alleen maar toe te nemen. We sluiten ons af en we sluiten ons op. We sluiten alles en iedereen uit waar mogelijk een dreiging van uitgaat.
Het is een angst die onderzoekers voor raadselen stelt. Waar komt hij toch vandaan? Het meest bevredigende antwoord komt uit de sociologie. Sociologen als Ralf Dahrendorf, Zygmunt Bauman en Anthony Giddens menen dat onze angst alles te maken heeft met de dynamiek van de globalisering. We leven niet alleen in een samenleving waarin steeds meer grenzen verdwijnen en feitelijk álles mogelijk lijkt, maar waarin ook alles in real time op onze driezitsbank wordt afgeleverd: rauw, ongekookt en onverklaard.
Milly Boele is amper verdwenen of we zitten al aan de buis gekluis-terd. We zien de kerncentrale in Fukushima instorten en beseffen dat de radioactieve wolken volgende week ook Nederland aandoen. We horen epidemioloog Ab Osterhaus wéér een levensgevaarlijk virus aankondigen, en kunnen niet anders dan hopen en bidden dat onze kinderen het ditmaal overleven. We zien baardige terroristen in Pakistan en zijn bang dat ze morgen op Schiphol kunnen landen. Alles is mogelijk en niemand is in staat om in de toekomst te kijken. En harde cijfers over een alsmaar veiliger wordend Nederland zijn blijkbaar zo saai dat geen enkele journalist de moeite neemt ze op te schrijven.

 

Daarom spreekt Antony Giddens over een Runaway World: een wereld die zo snel verandert, dat hij doorlopend van ons wegloopt. Ralf Dahrendorf spreekt van Eine Welt ohne Halt, een wereld die als-maar doordendert: zonder stopknop en zonder vluchtheuvel om ons op terug te trekken. Zygmunt Bauman tenslotte, heeft het over Liquid Times, over een tijd die als kwik door onze vingers glipt en ons telkens met lege handen achter laat.
We zijn onze grip kwijt. Geen wonder dat we bang zijn. Maar met criminaliteit, kinderontvoerders, onveilig voedsel of terrorisme heeft het allemaal niets te maken

 

 

 

Leave a Reply

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.

single.php